Verlengde instructie en extra oefenopgaven beschikbaar.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Internationale handel
Bedrijven halen producten uit andere landen om hier te verkopen. Dat heet importeren of invoeren.
Bedrijven verkopen ook producten aan mensen in andere landen. Dat heet exporteren of uitvoeren.
Slide 5 - Slide
Internationale handel
Het kopen van producten uit een ander land en het verkopen aan andere landen noem je internationale handel.
Slide 6 - Slide
Waarom exporteren?
Nederland is een klein land. Als een bedrijf zijn producten ook in een ander land kan verkopen, heeft het meer klanten.
Meer verkopen betekent voor het bedrijf meer geld verdienen.
En het zorgt voor meer banen.
Slide 7 - Slide
Waarom importeren?
In het buitenland kunnen ze goedkoper zijn;
De kwaliteit kan beter zijn;
We hebben de grondstoffen niet in ons land;
Sommige landbouwproducten groeien hier niet, omdat het klimaat niet geschikt is;
We willen meer keuze hebben.
Slide 8 - Slide
Leerdoelen 7.1
Wat internationale handel is;
Waarom we importeren en exporteren;
Wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie;
Hoe we bij de internationale handel vreemd geld gebruiken.
Slide 9 - Slide
Opdrachten
Maken: Opdracht 1 t/m 11 blz. 189 t/m 190
Tijd: 20 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? Taak 7.1 maken t/m opdracht 15 blz. 190 en 191
timer
20:00
Slide 10 - Slide
Open of gesloten Economie?
Een land met naar verhouding veel import en export heeft een open economie.
Een land met naar verhouding weinig import en export heeft een gesloten economie.
Slide 11 - Slide
Heeft Nederland een open of gesloten Economie?
Open
Gesloten
Slide 12 - Poll
Nederland
Nederland is een klein land. Om veel te handelen, moeten we veel in- en uitvoeren. Ons land heeft dan ook een open economie.
Slide 13 - Slide
Vreemde Valuta
Als je iets uit de Verenigde Staten of uit China importeert, moet je betalen met het geld van dat land (dollar, yuan). Geld van een land dat niet de euro heeft, noem je vreemd geld.
De waarde van vreemd geld kan stijgen of dalen. Dan wordt voor ons de import duurder of goedkoper.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Opdrachten
Maken: Opdracht 12 t/m 15 blz. 190 t/m 191
Tijd: 10 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? Rekenopgaven maken blz. 214 en 215
timer
10:00
Slide 16 - Slide
Leerdoelen 7.1
Wat internationale handel is;
Waarom we importeren en exporteren;
Wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie;
Hoe we bij de internationale handel vreemd geld gebruiken.