1.2 en 1.3 - verbranding en ademhalingsstelsel

Thema 1: verbranding en ademhaling




1.2 - verbranding
1.2 - ademhalingsstelsel
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 1: verbranding en ademhaling




1.2 - verbranding
1.2 - ademhalingsstelsel

Slide 1 - Slide

Maandag, 23 september

  • Herhaling 1.1 - wat is fotosynthese?
  • Uitleg 1.2 en 1.3 - verbranding en ademhalingsstelsel
  • Werktijd - werkblad ademhalingsstelsel
  • Afsluiting - wat heb je geleerd?

Slide 2 - Slide

Herhaling 1.1
  1. Wat is fotosynthese?
  2. Waar in de cel vindt fotosynthese plaats?
  3. Wat is de formule van fotosynthese?
  4. Wat heb je nodig voor fotosynthese?
  5. Wat doen de mitochondriën?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • Weet je wat verbranding is.
  • Kun je het verband tussen verbranding in de cellen en lichamelijke activiteit uitleggen
  • Kun je de organen van het ademhalingsstelsel benoemen met functie.

Slide 4 - Slide

Energie
Jouw lichaam heeft energie nodig, om te bewegen en warm te blijven bijvoorbeeld.

Die energie komt vrij uit de glucose die wordt afgebroken.

Slide 5 - Slide

Verbranding
Die afbraak van glucose noem je verbranding.

Voor verbranding in je lichaam heb je geen vuur nodig, wel heb je een brandstof nodig.

Slide 6 - Slide

Welke brandstof gebruiken jouw cellen?

Slide 7 - Slide

Verbranding
Voor verbranding heb je dus een brandstof (glucose) nodig maar ook zuurstof

Bij verbranding ontstaat water, koolstofdioxide en energie!

Slide 8 - Slide

Hoe komen jouw cellen aan zuurstof?

Slide 9 - Slide



glucose + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie

Slide 10 - Slide

Ademhalingsstelsel
Tijdens ademhaling komt er zuurstofrijke lucht in jouw lichaam (inademing)

En verlaat er zuurstofarme lucht jouw lichaam (uitademing)

Slide 11 - Slide

Ademhalingsstelsel

Slide 12 - Slide

Longblaasjes
  • Via de longhaarvaatjes kunnen stoffen in en uit het bloed. 
  • Zuurstofrijke lucht gaat in het bloed
  • Zuurstofarme lucht, met veel koolstofdioxide, gaat uit het bloed

Slide 13 - Slide

Neusslijmvlies
Via je neus ademen in beter dan via je je mond.

  • Maakt de lucht vochtig
  • Houdt ziekteverwekkers tegen
  • verwarmt de lucht

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Werkblad ademhaling
  • Maak het werkblad, alleen of in duo's
  • Benoem alle onderdelen van het ademhalingsstelsel
  • Knip en plak opdracht van gaswisseling


  • Klaar? Opdrachten van 1.2 en 1.3 maken

Slide 16 - Slide