Quiz herhaling hfst 3 Globalisering

Quiz herhaling hfst 3 Globalisering
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Quiz herhaling hfst 3 Globalisering

Slide 1 - Slide

"Ieder land produceert waar het goed in is" dit noem je?
A
Specialisatie.
B
Schaalvergroting.
C
Internationale arbeidsverdeling.
D
Comparatieve voordelen.

Slide 2 - Quiz

Politieke globalisering
Culturele globalisering
Economische globalisering

Slide 3 - Drag question

Welke uitspraak of uitspraken zijn juist?
I Door globalisering zijn landen onafhankelijker van elkaar geworden.
II Culturele globalisering is een gevolg van toerisme en migratie.

A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
Uitspraak 1 en 2 zijn beide juist.
D
Uitspraak 1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 4 - Quiz

Koppel de begrippen met de omschrijvingen...
Wereldwijde specialisatie waarbij ieder land land produceert waar het goed in is.
Het voordeel van een land waardoor het relatief, in vergelijking met andere landen, een product goedkoper kan produceren.
De afname van de kosten per product wanneer een bedrijf meer en efficiënter produceert.
Internationale arbeidsverdeling
Comparatief voordeel
Schaalvoordelen

Slide 5 - Drag question


Waar streeft de WTO naar?
A
Willen meer handelsgrenzen om landen te beschermen.
B
Streven naar meer vrijhandel, ze willen wereldhandel bevorderen.
C
Willen globalisering tegen gaan.

Slide 6 - Quiz

Om welke afstand gaat het?
Het bekendste wandelpad van Nederland (Het Pieterpad) is 492 kilometer lang.
A
Absolute afstand.
B
Relatieve afstand.

Slide 7 - Quiz

Om welke afstand gaat het?
Met de auto is dezelfde afstand in bijna 4 uur te overbruggen.
A
Absolute afstand.
B
Relatieve afstand.

Slide 8 - Quiz

Welke TWEE begrippen horen bij de afbeelding?
A
Internationale arbeidsverdeling.
B
Isolationisme.
C
Protectionisme.
D
Schaalvoordelen.

Slide 9 - Quiz

Wat heeft het project op deze foto te maken met de invloed die globalisering op Nederland heeft?

Slide 10 - Open question

Welke 2 gebeurtenissen zijn belangrijk geweest voor de integratie van Europa?

Slide 11 - Open question

Waardoor verschillen een wereldstad en een megastad van elkaar?
A
Een megastad is veel groter.
B
Megasteden liggen alleen in arme landen.
C
Wereldsteden zijn ook hoofdsteden.
D
Een wereldstad heeft ook een belangrijke functie voor een deel van de wereld.

Slide 12 - Quiz

Wat is de NAVO?
A
Militaire samenwerking tussen de VS, Canada en West- en Zuid-Europese landen.
B
Geldhulp van de VS aan Europa.
C
Politieke samenwerking van West-Europa.
D
Militaire Samenwerking tussen de Oostbloklanden.

Slide 13 - Quiz

In 1992 werd de Europese Unie opgericht. In welke Nederlandse plaats?
A
Maastricht.
B
Rotterdam.
C
Den Haag.
D
Amsterdam.

Slide 14 - Quiz

Wat is geen voordeel van de Europese Unie?
A
We kunnen samen belangrijke zaken regelen.
B
Er is een Europees leger dat onze veiligheid garandeert.
C
Je mag in Europa vrij reizen en handelen.
D
Je kunt in veel landen met de Euro betalen.

Slide 15 - Quiz

Er zijn verschillende schaalniveaus. Wat is de juiste volgorde van kleine naar grote schaal?
A
Regionaal - lokaal - Nationaal - mondiaal - continentaal
B
Lokaal - nationaal - continentaal - mondiaal
C
Regionaal - nationaal - mondiaal - continentaal
D
Lokaal, regionaal, nationaal, continentaal, mondiaal

Slide 16 - Quiz

Aan welke drie dimensies koppelen wij globalisering?
A
Politiek, fysisch, cultureel.
B
Politiek, cultureel, sociaal.
C
Politiek, economisch, sociaal-cultureel.
D
Economisch, politiek, fysisch.

Slide 17 - Quiz

Lokaal
Regionaal
Nationaal
Continentaal
Mondiaal
Plattegrond van Almere
Fietskaart van het Limburgse Heuvelland
Wegenkaart van Nederland
Kaart van Europa
Wereldkaart

Slide 18 - Drag question

Lokale schaal
Regionale schaal
Nationale schaal
Japan
Madrid
Hengelo
De wijk Nieuwdorp in Stein
Laos
Nederland
Veluwe
Noord-Holland
Het eiland Ibiza

Slide 19 - Drag question

Welke geografische schaalniveaus herken je in de volgende uitspraak?

‘Ontbossing van de Amazone draagt bij aan klimaatverandering.’
A
Lokaal niveau.
B
Regionaal niveau.
C
Continentaal niveau.
D
Mondiaal dimensie.

Slide 20 - Quiz