Mozes en Aron
De opera Moses und Aron is gebaseerd op het Bijbelverhaal van de uittocht van het Joodse volk uit Egypte, waar het jarenlang in slavernij was gehouden door de farao.
Op een dag krijgt de herder Mozes een bijzondere ervaring: vanuit een brandende doornstruik die door het vuur niet wordt verteerd, roept God hem. Mozes krijgt de opdracht zijn volk uit Egypte te leiden en naar het beloofde land Kanaän te brengen. Mozes vraagt naar de naam van God en het antwoord is: ”ik ben, die ben”. Daarna zegt Mozes geen geweldige spreker te zijn. Hij heeft echter geen keus. Zijn broer, de spreekvaardigheid Aaron, wordt door God aangewezen om voor Mozes het woord te doen.
Het Joodse volk reageert verdeeld op Mozes’ oproep. het wil de slavernij, waarin ze verzekerd zijn van eten en onderdak, niet verruilen voor een onzekere toekomst. Het lukt Mozes uiteindelijk om het Joodse volk uit Egypte te leiden. Het is het begin van een veertig jaar durende tocht door de woestijn, waarna het volk het beloofde land bereikt. Mozes heeft tijdens de zwerftocht de grootste moeite om het opstandige volk bij elkaar te houden en ze te laten geloven in 1 god en niet in afgoden. Mozes’ taak is extra lastig omdat het voor het volk moeilijk is om te geloven in een abstracte God die ze niet kunnen zien of horen.