Herhaling hoofdstuk 4

Spullen op tafel
- Economie boek
-Schrift en Pen
- Laptop
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spullen op tafel
- Economie boek
-Schrift en Pen
- Laptop

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
- Nakijken huiswerk
-Herhaling hoofdstuk 4 
-Quiz
-Bespreken wat moet je leren
- Maken Herhalingsopdrachten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 4 - Quiz

Concurrenten zijn:
A
Twee vijanden van elkaar
B
Bedrijven die hetzelfde goederen en diensten aan elkaar leveren
C
Bedrijven leveren goederen aan elkaar
D
Bedrijven die dezelfde soort producten maken of leveren

Slide 5 - Quiz

Wat is winst?
A
De prijs die klanten je betalen
B
de kosten die je hebt
C
De opbrengst min de kosten
D
de verkoopprijs

Slide 6 - Quiz

Wat is produceren?
A
De weg van grondstof tot eindproduct.
B
Het inkopen, maken en verkopen van goederen.
C
Het leveren en verkopen van goederen en diensten.
D
Het maken van goederen en leveren van diensten.

Slide 7 - Quiz

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen

Slide 8 - Quiz

Marianne heeft zeven tafels gemaakt. De productiekosten waren € 945. Bereken de kostprijs per tafel
A
€ 945
B
€ 6615
C
€ 135
D
€ 675

Slide 9 - Quiz

Wat is een gevolg van mechanisatie en automatisering?
A
Er zijn minder mensen nodig om evenveel te produceren
B
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel te produceren.
C
Er zijn geen mensen nodig
D
Er zijn evenveel mensen nodig om te produceren.

Slide 10 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van mechanisatie?
A
Hijskraan
B
Tractor
C
Graafmachine
D
Telefoon

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Wat is arbeidsproductiviteit?
A
Product voor een medewerker
B
De productie per medewerker
C
De productie per baas
D
De productie in heel Nederland

Slide 13 - Quiz

Je bent boer. Met welke aanpassig kun je de arbeidsproductiviteit per uur laten stijgen?
A
een snellere melkmachine gebruiken
B
extra personeel aannemen
C
het personeel langer laten werken
D
minder koeien gaan houden

Slide 14 - Quiz

Duurzaam produceren is
A
Het hergebruiken van stoffen
B
Productie wat veel kost
C
Produceren zonder schade voor het milieu
D
Produceren voor het milieu

Slide 15 - Quiz

Wat moet je leren?
Kostprijs -> blz 100
Winst -> blz 104
Afschrijvingen -> blz 109
Blz 116+117 samenvatting en begrippen

Slide 16 - Slide

Maken
Herhaling blz 120 en 121

Slide 17 - Slide