Opdracht 1
Denk na over hoeveel vrije tijd jij gisteren had.
Vul de vragen op het werkblad in.
Bespreek de antwoorden in de klas.
Opdracht 2
Vul het woordweb met alle activiteiten die jouw ontspanning en plezier geven.
Welke activiteiten komen vaak voor in jouw groepje?