Les 2: Leven in een vrij land

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 

      

voorkennis activeren

Draai aan de spinner en benoem de betekenis van het moeilijke woord. 

Tip: In de vorige les heb je de woorden opgezocht. 

wie?

wat?

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• ken je de belangrijke begrippen van de tekst
• kun je het verschil tussen een democratie en een dictatuur verwoorden

Theorie

Een dictatuur is een regeringsvorm waarin alle macht in handen is van één persoon of van één groep mensenen.

Een democratie is een land met een bestuursvorm waarin het volk regeert.

Aan de slag

• Lees de tekst
  
  
• Maak vervolgens opdracht 2 a t/m e
  
  
• Nakijken 

democratie

dictatuur

1 persoon bepaalt de regels

het volk kiest volksvertegen-woordigers

stemmen

luisteren naar 1 leider

veel macht voor het volk

weinig macht voor het volk

Aan de slag

Woorden bij de betekenis zoeken

• Maak opdracht 3 a t/m c
  
  
• Nakijken 

Gebruik de tekst.
Welk begrip hoort bij de omschrijving?

Mensen die namens ons samen met de regering het land besturen.

1. kritiek
2. democratie
3. volksvertegenwoordigers
4. regering

Gebruik de tekst.
Welk begrip hoort bij de omschrijving?

Een groep mensen die iets organiseert om een bepaald doel te bereiken.

1. actiegroep
2. democratie
3. volksvertegenwoordigers
4. regering

Gebruik de tekst.
Welk begrip hoort bij de omschrijving?

Woorden waarin is vastgelegd wat wel en niet mag.

1. actiegroep
2. regels
3. volksvertegenwoordigers
4. regering

Gebruik de tekst.
Welk begrip hoort bij de omschrijving?

Staatsvorm waarbij iemand in zijn eentje op een strenge manier regeert.

1. actiegroep
2. regels
3. dictatuur
4. regering

Gebruik de tekst.
Welk begrip hoort bij de omschrijving?

Het noemen van de fouten van iets of iemand.

1. actiegroep
2. regering
3. regels
4. kritiek

Aan de slag

Oefen met de structuur van een tekst.

Kopjes boven de alinea's zetten en vragen bedenken.

• Maak opdracht 3B a t/m c 

EXIT TICKET

Nu jij!

Schrijf in de volgende slide een kort stukje over democratie en dictatuur. Gebruik in elk geval deze woorden:

regels - regering - volksvertegenwoordigers - kritiek - vrijheid

Let op: schrijf in je eigen woorden! Dat betekent dat je niets letterlijk uit de tekst of van internet mag opschrijven!

Schrijf hier jouw stukje over democratie en dictatuur. Gebruik deze woorden:

regels - regering - volksvertegenwoordigers - kritiek - vrijheid

Welk cijfer zou je jezelf geven voor zelfstandig werken tijdens deze les?

010