This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 3
Slide 1 - Slide
Hoe was jouw vakantie ??
Slide 2 - Slide
Welke onderwerpen hebben we reeds behandeld?
Slide 3 - Mind map
Les & huiswerk vorige les
Jouw invloed op de politiek
Politieke partijen
Stemmen
Huiswerk nabespreken --> stemwijzer
Slide 4 - Slide
Leerdoelen van vandaag
Je weet hoe een coalitie, regering en kabinet gevormd worden.
Je kent de taken van de regering en het kabinet.
Je kent de taken van de Eerste - en Tweede kamer
Je begrijpt hoe een wet tot stand komt.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Heb je het filmpje begrepen?
Wat wist je al ?
Slide 7 - Slide
Even wat feitjes:
De 150 leden van de Tweede Kamer zijn gekozen en bekend!
Hoe meer stemmen een partij krijgt, hoe meer Kamerleden die partij in de Tweede Kamer krijgt.
De leden van dezelfde partij vormen een fractie
Daarna kiezen de Kamerleden één van hen als Voorzitter.
Slide 8 - Slide
Na de verkiezing moet er een nieuw kabinet komen, dat Nederland kan besturen en nieuwe wetten kan maken.
Een kabinet heeft steun nodig in de Tweede Kamer.
Met 76 van de 150 Kamerleden heeft het kabinet een meerderheid.
Na de verkiezing moet er een nieuw kabinet komen, dat Nederland kan besturen en nieuwe wetten kan maken.
Een kabinet heeft steun nodig in de Tweede Kamer.
Met 76 van de 150 Kamerleden heeft het kabinet een meerderheid.
Slide 9 - Slide
Hiervoor moeten twee of meer partijen besluiten om samen te werken. Dit heet een coalitie.
Het Nederlandse kabinet bestaat uit alle ministers, met hun staatssecretarissen.
Slide 10 - Slide
Regeerakkoord
Tijdens de formatie sluiten de coalitiepartijen een regeerakkoord. Hierin staat precies opgeschreven welke plannen het kabinet tijdens zijn regeerperiode gaat uitvoeren.
Slide 11 - Slide
Voordeel regeerakkoord
Het voordeel van een regeerakkoord is dat het kabinet zeker weet dat ze voor alle plannen de steun krijgt van de meerderheid in de Tweede Kamer.
Slide 12 - Slide
Wie heeft de macht?
Coalitie= samenwerkende partijen uit het kabinet
Oppositie= partijen die niet in de coalitie zitten
Slide 13 - Slide
Taken coalitie en oppositie
- Wetgeven
- Controleren (oppositie voeren)
Slide 14 - Slide
Coalitie
De partijen die samen een meerderheid hebben en de regering vormen.
Oppositie
De overige partijen die de regering controleren.
Slide 15 - Slide
Hoeveel zetels heb je nodig in de Tweede Kamer om te regeren?
A
51 zetels
B
76 zetels
C
101 zetels
D
150 zetels
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
De vorming van een nieuwe regering......
Groepsopdracht:
Ga als groep aan de slag en leg de kaartjes in de goede volgorde om te bepalen hoe een regering gevormd wordt.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Petitie of Burgerinitiatief ?
Wat is het verschil?
Klassikaal bespreken......
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Slide
GROEPS OPDRACHT
Bedenk een onderwerp waarover je een burger initiatief zou kunnen indienen.