Just for laughs 4kbl

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

0

Past Continous en Past Simple

Past Continuous = al aan de gang

Past Simple = iets gebeurde

Past simple:
Wanneer wordt deze tijd gebruikt?

Past simple:
Yesterday I ... to the store

1. walk
2. walks
3. Walked
4. Weet niet

Past simple:
When I was fishing, I .... a big fish

1. catch
2. catched
3. caught
4. catches

Present perfect:
Wanneer gebruik je de present perfect?

1. als het al afgelopen is en je hebt te maken met de gevolgen
2. weet het niet
3. wanneer het nog moet gaan gebeuren
4. dat gebeurt nu

Present perfect: Je hebt gezien dat je de pp krijgt als iets afgelopen is en je je hebt te maken met de gevolgen, maar wanneer krijg je ook de pp?

I ... ..... since 2015 (to live)

1. has lived
2. have lived
3. lived
4. live

to broadcast : he ... .....

1. have broadcasted
2. has broadcasted
3. have broadcast
4. has broadcast

Goals: 

Did you reach this goal? 

At the end of this chapter I can explain grammar to my classmates? 

John walks to the cupboard - maak hier een vraag van

1. Walks John to the cupboard?
2. Does John walks to the cupboard?
3. Does John walk to the cupboard?
4. Did john walk to the cupboard?

Maak van de volgende zin een vraag:
I do not live in Vlaardingen.

1. Don't I live in Vlaardingen?
2. I do live in Vlaardingen
3. Am I Don't live in Vlaardingen?
4. Am I living in Vlaardingen?

Maak van de volgende zin een vraag:
Harry drives his car to England.

1. Did Harry drive his car to England?
2. Does Harry drives his car to England?
3. Did Harry drives his car to England?
4. Does Harry drive his car to England?