3HV chapitre 1 het bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bijvoeglijk naamwoord
in het Frans

Bijvoeglijk naamwoord

C'est une série intéressante.

• Zegt iets over het zelfstandig naamwoord (persoon/ding).
• Het past zich aan (Frans).

In het Frans zat het bijvoeglijk naamwoord meestal ..... het zelfstandig naamwoord.

1. voor
2. achter

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.

1. Elle est une chanteuse française.
2. Elle est une française chanteuse.

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.

1. Ce sont des photos belles.
2. Ce sont des belles photos.

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.

1. C'est une fille petite.
2. C'est une petite fille.

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.

1. C'est un YouTubeur populaire.
2. C'est un populaire YouTubeur.

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.

1. Marcel est un garçon français.
2. Marcel est un français garçon.

Vul de juiste vorm in.
rouge → Je porte une jupe _______ .

Vul de juiste vorm in.
nouveau → C'est la _______ chanson de Stromae.

Vul de juiste vorm in.
italien → J'aime la mode _________ .

Vul de juiste vorm in.
heureux → Sophie est ________ .

Vul de juiste vorm in.
intéressant → J'adore les livres de Harry Potter. Ils sont ________.

Vul de juiste vorm in.
actif → Voilà deux filles ________.

Vul de juiste vorm in.
vieux → C'est une ________ dame.