Beroepshouding

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Ontwikkelen van een goede verpleegkundige beroepshouding

Leerdoel

Je kunt benoemen waar een goede beroepshouding aan voldoet

Je kent het verschil tussen beroepshouding en beroepscode benoemen

Je kunt aangeven wat het belang is een positieve houding binnen school en de link hiervan met je beroepshouding

Je kunt aangeven hoe je met machtsverschil binnen de relatie van zorgvrager en zorgverlener om gaat

Wat denk je dat een verpleegkundige beroepshouding is?

Voorkennis

- Waaraan denk jij bij het woord professioneel?

- Als je aan jouw beroep denkt, wat zou er dan met het woord professioneel       bedoeld worden?

- Ken jij iemand die je heel professioneel vindt werken? Wie, waarom?

- Vind je dat je je bij de uitoefening van je beroep anders moet gedragen dan     in je prive-situatie?

Vervolg

- Is een onbetaald medewerker in een zorgcentrum een     professional? Leg uit waarom wel of niet.

- Is een vakkenvuller bij de supermarkt een professional? 

   Leg uit waarom wel of niet.

- Is een timmerman een professional?

Stellingen

Douchen moet echt elke dag.

Na een dag werken moet je douchen.

Deodorant moet!

Haren wassen: één keer per week is genoeg.

Tanden poetsen: ’s morgens en ’s avonds.

Een T-shirt kan best een paar dagen mee.

Elke dag schone sokken is onzin.

Elke dag schoon ondergoed is een must.

Mijn handen was ik wel tien keer per dag.

Wat is een verpleegkundige beroepshouding?

Een verpleegkundige beroepshouding omvat de attitudes, waarden en gedragingen die essentieel zijn voor het leveren van kwalitatieve zorg aan patiënten.

Beroepscode:

geeft richtlijnen waaraan verzorgenden en verpleegkundigen hun handelen en dat van collega’s kunnen toetsen.

Belangrijke begrippen

Enkele belangrijke begrippen bij een goede verpleegkundige beroepshouding zijn empathie, respect, integriteit en professionaliteit.

Aspecten van een goede verpleegkundige beroepshouding

Een goede verpleegkundige beroepshouding omvat aspecten zoals:

- gevoelsmatig aspect.

- verstandelijk aspect.

- ethisch aspect.

Leren in de praktijk en op school

Om een goede verpleegkundige beroepshouding te ontwikkelen, is praktijkervaring essentieel. Reflecteer regelmatig op je eigen gedrag en zoek feedback van collega's en patiënten.

Vanaf de start van de opleiding wordt er geoefend en gewerkt aan de beroepseisen en de daarbij behorende beroepshouding.

Alle eisen eigen te maken vanaf het begin van de opleiding en ook op school het gewenste gedrag laat zien.

Stellingen

- Betekent dat je de cliënt in zijn waarde laat, nooit beslissing    voor hem mag nemen. Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen keuzes en beslissingen.

- Je bent verplicht om op tijd op je werk te komen.

- Je moet altijd beleefd zijn tegen klanten en collega’s.

- Je moet op het werk altijd een goed humeur hebben.

Interactieve oefening

Kijk goed naar het volgende filmpje waarin een goede verpleegkundige beroepshouding vereist is, en hoe zou jij in deze situatie handelen?

0

Wat kan er beter?

Interactieve oefening 2

Welke gedragingen en handelingen zie je in het volgende filmpje welke passen bij een professionele beroepshouding? 

Schrijf op wat je opvalt, na het filmpje bespreken we dit klassikaal.

nabespreken reportage over Corona

Welke gedragingen en handelingen zag je in de reportage welke passen bij een professionele beroepshouding? 

Tips voor het ontwikkelen van een goede beroepshouding

Enkele tips zijn: wees empathisch, wees respectvol, handel ethisch, werk goed samen en blijf jezelf ontwikkelen.

Het gehele beeld

Opdracht

Ga naar www.free-learning.nl.

Dan naar Beroepshouding.

Dan opdracht.

Stuur het certificaat op via de mail.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.