Korte herhaling 11.1 t/m 11.3

Korte herhaling 11.1 t/m 11.3
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Korte herhaling 11.1 t/m 11.3

Slide 1 - Slide

Eileider
Eierstok
Baarmoeder
Urineblaas
Vagina
Clitoris
Kleine schaamlip
Grote schaamlip

Slide 2 - Drag question

Welk geslachtsorgaan past bij welke functie? 
Sleep de functie naar het juiste geslachtsorgaan.
urinebuis
zwellichaam
prostaat
balzak
zaadleider
zaadblaasje
bijballen 
teelballen
Vervoeren van zaadcellen.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.
Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. 
Tijdelijk opslaan van zaadcellen.
De penis in erectie brengen.
Produceren zaadcellen en het hormoon testosteron
Vervoeren van urine en sperma.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.

Slide 3 - Drag question

Van wie zijn de bloedvaten in de navelstreng?
A
Van het embryo
B
Van de moeder
C
Van beiden

Slide 4 - Quiz

Beschermt de baby tegen harde geluiden en stoten.
Een baby van 6 weken oud in de baarmoeder.
Een baby van 18 weken oud in de baarmoeder.
Een stevig koord waarin bloedvaten lopen van en naar de navel van de baby.
Hier vindt de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen plaats.
Houdt de baby en de vloeistoffen bij elkaar.
Tijdens de zwangerschap groeit niet alleen de baby in de baarmoeder, er ontstaan ook andere delen.

Zoek bij elke omschrijving het juiste deel.
foetus
navelstreng
vruchtwater
placenta
vruchtvliezen
embryo

Slide 5 - Drag question

Welke (slag)ader vervoert wat in de navelstreng?

1
2
A zit vast aan de foetus
B is richting de placenta
zuurstof
koolstofdioxide
voedingsstoffen
afvalstoffen
Navelstrengader
Navelstrengslagader

Slide 6 - Drag question

Iris had op 3 maart haar eerste dag van de menstruatie. Op welke dag zal haar eerstvolgende eisprong vermoedelijk zijn?
A
14 maart
B
17 maart
C
24 maart
D
31 maart

Slide 7 - Quiz

Zet de onderdelen van de menstruatiecyclus in de juiste volgorde beginnend bij dag 1, sommige vakjes bevatten meerdere begrippen!
dag 1-5
dag 6-12
dag 13-15
dag 16-28
menstruatie
ovulatie
groei baarmoederslijmvlies
eicel rijping
groei baarmoederslijmvlies

Slide 8 - Drag question

Welk hormoon doet wat bij de menstruatiecyclus?
Zorgt voor de ovulatie
Stimuleert rijping van follikel en aanmaken oestrogeen
Stimuleert het dikker worden van baarmoederslijmvlies en zorgt voor de piek in LH
Stimuleert dikker baarmoederslijmvlies en dat het blijft, maar remt de hypofyse
LH
FSH
Oestrogeen
Progesteron

Slide 9 - Drag question

Zet de namen achter de juiste lijn.
Placenta
Foetus
Vruchtvliezen
Vruchtwater
Navelstreng

Slide 10 - Drag question