Par. 1 Intro - Cultureel mozaïek - B245 en B249

H5 Verschillen in India blz. 70
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5 Verschillen in India blz. 70

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar ligt India?

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de hoofdstad van India?
A
Mumbai
B
New-Delhi
C
Bengaluru
D
Srinagar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel inwoners heeft India?
A
900 miljoen
B
1,2 miljard
C
1,4 miljard
D
1,7 miljard

Slide 4 - Quiz

Wetenschappers verwachten dat India tussen 2020 en 2030 het land met het hoogste inwonertal ter wereld zal worden.
Hoe heet het gebergte in India?
A
Alpen
B
Himalaya
C
Pyreneeën
D
Zwarte Woud

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waarom spreken de Indiërs zo goed Engels?
A
Dat leren ze op school
B
India was vroeger een kolonie van de VS
C
India was vroeger een kolonie van Engeland
D
India ligt dichtbij Australie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

India was een Britse kolonie. De Britten hadden meerdere kolonië in Zuid-Azië. Hoe heet dit hele gebied waar India ook onder viel?
A
Brits Azië
B
Brits Indië
C
De Britse landen
D
Engels Azië

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarom bestaat de Indier niet?

  • Er is een grote variatie aan talen, godsdiensten en culturen.
Par. 1: Cultureel mozaïek  

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is lingua franca?

  • Taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met verschillende moedertalen.
Par. 1: Cultureel mozaïek  

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Par. 1: Cultureel mozaïek  
  • Honderden talen: 27 officieel erkend
  • Hindi belangrijkste taal (2/3de spreekt Hindi)
  • Zuiden vindt dat eigen taal is achtergesteld.
  • Engels is lingua franca en overbrugt taalverschillen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 soorten koloniën er zijn.

  • Exploitatiekoloniën en vestigingskoloniën
B249 Soorten koloniën

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke rol de verschillende koloniën vertolkten.

  • Exploitatiekoloniën: leveren grondstoffen voor de industrie in Europa.
  • Vestigingskoloniën: overzeese gebiedsdelen waar Europeanen zich blijvend gingen vestigen.
B249 Soorten koloniën

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat een plantage is en in welk soort kolonie die te vinden is.

  • Landbouwonderneming waar op grote schaal één gewas wordt verbouwd (monocultuur).
  • Exploitatiekolonie
B249 Soorten koloniën

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Brits Indië:
  • katoen
  • jute
  • thee

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat een politiek systeem is.

  • Manier waarop een staat wordt bestuurd.
B245 Politieke systemen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De kenmerken van een centraal geregelde staat.

  • Alles wordt vanuit één plek geregeld, vaak de hoofdstad
  • Overal gelden dezelfde wetten en regels.
B245 Politieke systemen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De kenmerken van een bondsstaat / federatie.

  • 1 centrale regering en per deelstaat een eigen regering.
  • Deelstaten hebben een eigen hoofdstad met eigen ministeries.
  • Mogelijk verschillende wetten en regels.
B245 Politieke systemen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Door A.Savin - Eigen werk, FAL, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=49129197
  • 1947 onafhankelijk
  • federatie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Door A.Savin - Eigen werk, FAL, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=49129197

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is de grootste godsdienst in India?
A
Christendom
B
Hindoeïsme
C
Boeddhisme
D
Islam

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Voorbereiding voor de volgende les: 
Geloven in India:
- Wat is het hindoeïsme?
- Wat bedoelen we met het kastenstelsel?
- Waarom zorgt het kastenstelsel voor sociale ongelijkheid?

Maak opdracht 3 t/m 5 van paragraaf 1 (H5)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions