This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Introduction
Wanneer we buiten in de lucht kijken zien we vaak vogels vrij in de lucht zweven. Hoe doen vogels dat eigenlijk, vliegen? En waarom vliegen sommige vogels niet? Daar gaat deze les op in.
Items in this lesson
hoe kunnen vogels vliegen?
leren vliegen
groep 7 - 8
Slide 1 - Slide
Vertel: Vele mensen dromen ervan om te kunnen vliegen als een vogel, jij ook? In deze les leren we hoe vogels kunnen vliegen.
Het doel
• hoe vogels kunnen vliegen,
• hoe hoog vogels kunnen vliegen,
• hoe snel vogels kunnen vliegen.
Aan het einde van de les weet je....
Slide 2 - Slide
Doe: Vertel het doel van de les:
Aan het eind van de les weet je:
Wat weet jij al van... 'hoe vogels vliegen'?
Slide 3 - Mind map
Woordweb
Kijk wat de leerlingen al weten. Welke gevaren voor vogels kennen ze al?
Vraag: Wat weet jij al van... 'hoe vogels vliegen'? Voorbeeld antwoorden: vleugels, thermiek, grootte van vogels, trekvogels, pinguïn, struisvogel, zweven, bidden, slecht weer.
Doe: Start een gesprek met de klas. Maak een klassikaal woordweb. Laat de leerlingen woorden opnoemen/invoeren die zij al denken te weten bij dit onderwerp. Bespreek achteraf de ingevoerde antwoorden en bekijk welke bij elkaar horen. Sleep deze naar elkaar toe. Welke thema's passen daarbij? Schrijf deze erboven.
Slide 4 - Video
Introductie video
skelet Vogels kunnen vliegen omdat ze verschillende aanpassingen hebben die andere dieren niet hebben:
vleugels,
dunne, holle beenderen,
geen zware tanden en kaken.
Ze zijn dus licht. Ook hebben ze grote en sterke vliegspieren waarmee ze de vleugels laten flappen.
1
Stap voor stap
opstijgen Een vogel (groot of klein) moet genoeg energie verzamelen om op te stijgen en in de lucht te blijven. De meeste vogels hoeven maar een paar keer met hun vleugels te slaan. Een paar vogels zoals meerkoeten en zwanen moeten eerst een kleine aanloop nemen.
2
In de lucht blijven De bolle vorm van de vleugel helpt hem om in de lucht te blijven. De bovenkant is boller dan de onderkant. De lucht gaat aan de bovenkant daarom sneller langs de vleugel dan aan de onderkant. Hier ontstaat een luchtdrukverschil, waardoor de vogel omhoog geduwd wordt. Dit is te vergelijken met een vliegtuigvleugel. Hoe sneller hij gaat, hoe meer hij omhoog gedrukt wordt.
3
Slide 5 - Slide
Informatieve slide:
Klik een voor een op de drie hotspots en lees de tekst voor.
Klapwieken of zweven
klapwieken
zweven
Bron afbeelding: NCB Naturalis
Slide 6 - Slide
Informatieve slide
Doe: Klik eerst op de hotspot 'zweven' en vervolgens op de hotspot 'klapwieken'.
Vertel: Grote vogels met grote vleugels blijven zweven. Zij vliegen op thermiek. Thermiek ontstaat door de warmte van de zon en creëert stijgende lucht. Hierop kunnen deze grote vogels zweven. Al cirkelend vliegen zij op de thermiek naar boven en glijden ze daarna naar beneden, naar de richting waar ze heen moeten.
Doe: Bekijk op de volgende slide een video van een ooievaar die gebruikmaakt van de thermiek om te zweven.
Zweven
Slide 7 - Slide
Video
Doe: Bekijk de video.
Vertel: Zie je hoe hij geen enkele keer met zijn vleugels slaat? Hij blijft rustig zweven.
Hoe kunnen uilen zo stil vliegen?
Slide 8 - Slide
Video
Vertel: In deze video zie je straks een duif, een slechthavik en een kerkuil.
Doe: Bekijk de video.
Vraag: Wat was het verschil tussen de drie manieren van vliegen van de duif, havik en uil?
Antwoord: De duif flappert veel met zijn vleugels. De slechthavik heeft grote vleugels om mee te jagen en slaat die een paar keer hard neer. De kerkuil hoeft maar heel weinig met haar vleugels te slaan.
Vraag: Hoe kunnen uilen dus zo stil vliegen?
Antwoord: Wanneer lucht beweegt, neemt het geluid mee. Hoe meer beweging er is in de lucht, hoe meer geluid. De uil die maakt maar weinig bewegingen in de lucht, dus is er weinig geluid.
Hoe snel kunnen vogels vliegen?
Tip!
Eens mens
loopt 5 kilometer per uur.
fietst 12 kilometer per uur.
rijdt 100 kilometer per uur.
A
30 km per uur
B
80 km per uur
C
200 km per uur
D
verschilt
Slide 9 - Quiz
Dit is afhankelijk van de soort, de weersomstandigheden en de wijze van vliegen, recht vooruit flappend (eend) of in een duikvlucht (slechtvalk). Om een idee te krijgen, staat hieronder voor een aantal algemene soorten een gemiddelde snelheid.
Pimpelmees ca. 30 km/uur
Huismusca. 40 km/uur
Vink ca. 40 km/uur
Wilde eendca. 80 km/uur
Spreeuw ca. 80 km/uur
Boerenzwaluw ca. 90 km/uur
Huiszwaluw ca. 90 km/uur
Gierzwaluw ca. 111 km/uur
Slechtvalk ca. 200 km/uur
Vliegen alle vogels?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
This item has no instructions
Niet of anders vliegen
Slide 11 - Slide
Informatieve slide
(Te zien v.l.n.r.: struisvogel, pinguïn, kolibrie)
Vertel: De meeste vogels vliegen, maar niet alle! Zo zijn er vogels die veel liever zwemmen, zoals de pinguïn. Maar de struisvogel die heeft het helemaal niet nodig om te kunnen vliegen. Die schikt zijn predators (dieren die hem willen opeten) al af door zijn grootte. Er zijn ook vogels die anders vliegen, zoals de kolibrie. Bekijk de video op de volgende slide om te zien hoe hij dat doet.
Weetje: Wist je dat van de 9800 vogelsoorten, er maar 400 vogels zijn die zwemmen of duiken. (Hoeveel procent is dat? Maar ongeveer 4%!)
Slide 12 - Video
Video
Weetje: Wist je dat de kolibrie als enige vogel achteruit kan vliegen?
Hoe hoog kunnen vogels vliegen?
A
150 meter hoog
B
2000 meter hoog
C
7500 meter hoog
D
verschilt
Slide 13 - Quiz
Quizvraag
Vraag: Hoe hoog kunnen vogels vliegen?
Antwoord: Dit is afhankelijk van de soort vogel en de weersomstandigheden. Hieronder staan wat maximale vlieghoogtes. Over het algemeen vliegen vogels echter veel lager en wordt de maximale hoogte alleen bereikt tijdens de trek.
Sleep de vogels naar de juiste hoogte.
7500 meter
2100 meter
900 meter
Slide 14 - Drag question
Sleepvraag
Vertel: Hier zien we een gans, houtduif en vink. Sleep ze naar een van de drie hoogtes.
Vraag: Hoe hoog denk jij dat ze kunnen vliegen?
Doe: Sleep de vogels(klassikaal of individueel) naar de juiste hoogte.
Antwoord:
7500 m. Ganzen. De Indische gans vliegt op die hoogte dwars door de Himalaya
2100 m. Torenvalken, houtduiven
900 m. Dagtrekkers, zoals spreeuwen of vinken
Wat weet je nog?
Slide 15 - Slide
Verwerkingslide
Wat hebben de leerlingen geleerd uit deze les? Draai aan de spinner door op 'GO!' te klikken. Wanneer je een vraag hebt gehad, klik op 'Nog een keer draaien zonder ...'. Ga alle vragen af.