What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonlijk voornaamwoord (1e naamval) en vraagwoorden
Om te beginnen...
het persoonlijk voornaamwoord
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Om te beginnen...
het persoonlijk voornaamwoord
Slide 1 - Slide
ich
du
er
sie (enk)
es
wir
ihr
Sie
sie (mv)
ik
jij
hij
zij (enk)
het
wij
jullie
u
zij
(mv)
Slide 2 - Drag question
............. (hij) macht immer seine Hausaufgaben.
A
Sie
B
er
C
du
D
sie
Slide 3 - Quiz
Haben ......... (u) einen Kugelschreiber für mich?
A
wir
B
sie
C
ihr
D
Sie
Slide 4 - Quiz
Mein Lehrer erklärt .......... (het) noch mal.
A
es
B
ihr
C
sie
D
er
Slide 5 - Quiz
"Kommt ......... (jullie) rein?", sagte die Lehrerin.
A
ich
B
wir
C
ihr
D
sie
Slide 6 - Quiz
Vul in:
Meine Mutter? Morgen macht ..... Kuchen
Slide 7 - Open question
Vul in:
Meine Freunde und ich, .... haben immer Spaß
Slide 8 - Open question
Vul in:
"Johann, wo wohnst ..... ?"
Slide 9 - Open question
Meine Eltern und ich kauften gestern ein Eis.
Waardoor kan ik "Meine Eltern und ich" vervangen?
Slide 10 - Open question
Das Kind hat bei einem Freund gespielt.
Waardoor kan ik "Das Kind" vervangen?
Slide 11 - Open question
Fragewörter
Slide 12 - Slide
(wanneer) ________ kommst du morgen? Ich komme morgen um halb 10.
A
wer
B
wie
C
wo
D
wann
Slide 13 - Quiz
(waarom)_______ hast du das gemacht?
A
wann
B
warum
C
wohin
D
woher
Slide 14 - Quiz
_______ hast du das gemacht?
(er zijn 2 antwoorden goed)
A
wann
B
warum
C
wohin
D
woher
Slide 15 - Quiz
_______ Musik gefällt dir?
A
was
B
wie
C
welche
D
wohin
Slide 16 - Quiz
(waarvandaan) ______ kommst du? Aus Frankreich
A
woher
B
wohin
C
warum
D
welche
Slide 17 - Quiz
Wat betekenen deze Duitse vraagwoorden in het NL? wo/wann/wohin
A
wanneer/als/waarvandaan
B
wie/wanneer/waarheen
C
waar/wanneer/waarheen
D
waar/wanneer/waarvandaan
Slide 18 - Quiz
Wer
Wie
Woher
Wo
Wann
Warum
Wohin
waar
Was
Wie
Hoe
waarvandaan
wanneer
waarom
waarheen
wat
Slide 19 - Drag question
Und?
Hoe ging het?
Wat ging goed?
Waar moet je nog
aandacht aan besteden?
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Persoonlijk voornaamwoord (1e naamval) en vraagwoorden
September 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Fragewörter
September 2022
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Fragewörter
May 2024
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4m_K2L2_vraagwoorden
November 2021
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2,4
Fragewörter und signalwörter
April 2022
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, havo, vwo
Leerjaar 1
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
22/9 HAVO 2 hoofdstuk 1 Fragewörter (vraagwoorden) en haben en sein
September 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, havo, vwo
Leerjaar 1
woordenschat oefenen hoofdstuk 1
September 2020
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2