Repetition grammar and creating poster

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, H3!

1. Put your phone in the phone bag 
What to do?
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, H3!

1. Put your phone in the phone bag 
What to do?
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table

Slide 1 - Slide

Today's planning:
Today's goal and planning: 
5' Introduction
10' Explanation grammar (gerund vs. infinitive)
30' Work on your poster
5' Rounding off


Goal:

Slide 2 - Slide

What did we do in the previous lesson?
In class, we read Mr. Lemoncello's library and we did exercises about the Gerund. 



Slide 3 - Slide

How are you feeling today?

Slide 4 - Slide

Gerund
Een werkwoord dat eindigt op -ing en zich gedraagt als een zelfstandig naamwoord. Het is in de zin dus geen zelfstandig werkwoord

Het lijkt veel op de continuous tense, maar is dit dus niet. Soms moet of kun je in plaats van de gerund ook to + hele werkwoord gebruiken.

Slide 5 - Slide

Voorbeelden van wat de gerund NIET is!



- I am watching a video.
- He is playing with his brother.
- She was doing her homework.
Hier hebben de werkwoorden allemaal de vorm van werkwoord+ing, maar dit zijn voorbeelden van de continuous
1. Er staat een vorm van to be (am, is, was) vóór het ww

2. Het werkwoord is deel van het gezegde en niet het onderwerp, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp

Slide 6 - Slide

De gerund is WEL.....
- I love playing a game tonight.
- Laughing is good for you.
- Susie likes shopping.
Hier wordt het werkwoord+ing, gebruikt als zelfstandig naamwoord. Je spreekt dan van de gerund. Dus een werkwoord als zelfstandig naamwoord is de gerund.

! Zoals je ziet is het werkwoord hier NIET gekoppeld aan een vorm van to be (am, is, are, was, were)

Slide 7 - Slide

Wanneer gebruik je de gerund?
1. Na ww waarmee je aangeeft of je iets wel of niet leuk vindt.
- (dis)like,
-love
-hate
-fancy
-envy


2. Samen met zintuigelijke werkwoorden 
-see
-watch
-hear
-smell
-feel
3. Na:
-avoid
-consider
-give up
-go on
-keep
-mind
-prefer
-recommend
-start
-stop
-suggest

Slide 8 - Slide

To + infinitive
Naast the gerund heb je ook the infinitive. Het infinitief is het hele werkwoord. 
Dit is altijd "to + het hele werkwoord"

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je to + het hele werkwoord?
1. Na werkwoorden die een wens uitdrukken 
-wish
-hope
-want
-dream
-desire


2. Na werkwoorden die een bevel uitdrukken 
-demand
-forbid
-prohibit
-allow
-restrict


3. Na:
-decide
-expect
-choose
-hesitate
-learn
-refuse
-manage
- need


De uitzonderingen moet je leren! Maak het jezelf gemakkelijk door de verschillen naast elkaar te zetten.
Kijk ook goed in je boek bij de uitleg.

Slide 10 - Slide

Poster grammar
-Je maakt, in een tweetal, een poster over "the gerund and the to + infinitive". 
- Je vertelt zo duidelijk mogelijk, in je eigen woorden:
* Wat is "gerund"?                          *Wat is "infinitive"?
* Hoe herken je "gerund"?         * Hoe herken je "infinitive"?
* Wanneer gebruik je "gerund" en wanneer "infinitive"?
* Geef voorbeelden                       * Verzin een opdracht


Slide 11 - Slide

Homework
The homework is....
1. Read chapter 10&11 "Mister Limoncello's Library" (audiobook will be put on Magister)
2. Answer the following question about chapter 10: 
Why do you think there’s different books on the back of each of the library cards?

Slide 12 - Slide