Leerdoel 1
9.5.1 Je kunt de delen van het oor noemen.
• De bouw van het oor:
– Oorschelp: vangt geluiden op. Geluiden zijn trillingen van de lucht.
– Gehoorgang: hierdoor gaan geluiden naar het trommelvlies.
– Trommelvlies: wordt door geluiden aan het trillen gebracht.
– Gehoorbeentjes: geven de trillingen van het trommelvlies door aan het slakkenhuis.
– Slakkenhuis: hierin liggen de zintuigcellen die trillingen opmerken.
– Buis van Eustachius: verbinding tussen de trommelholte en de keelholte die ervoor zorgt dat de luchtdruk in de trommelholte en buiten het lichaam gelijk is.
9.5.2 Je kunt uitleggen hoe het gehoor werkt.
• Geluid zijn trillingen van de lucht.
– De weg van de trillingen: oorschelp → gehoorgang → trommelvlies → gehoorbeentjes → slakkenhuis.
– De gehoorzenuw brengt de impulsen van het slakkenhuis naar de hersenen. Door hard geluid kan blijvende gehoorschade ontstaan.
– De zintuigcellen kunnen beschadigd raken.
– Het trommelvlies kan beschadigd raken.
Leerdoel 3
9.5.3 Je kunt uitleggen hoe het evenwichtsorgaan werkt.
• Evenwichtsorgaan: merkt de stand van het hoofd op en vormt impulsen.