10.6 De oren

10.6 De oren
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.6 De oren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
11.6.1 Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken.



In je oren zitten twee zintuigen: het evenwichtszintuig en het gehoorzintuig. Het evenwichtszintuig gebruikt de prikkel zwaartekracht, zodat je weet of je rechtop staat of niet. En het gehoorzintuig zet de prikkel geluid om in impulsen, zodat je kunt horen.








Slide 2 - Slide

Geluiden
Met je oren kun je geluiden horen. Geluiden zijn trillingen van de lucht. Deze trillingen kun je tekenen als golfjes. Bij een lage toon volgen de trillingen langzaam op elkaar. Als de trillingen snel op elkaar volgen, hoor je een hoge toon. In het slakkenhuis zitten verschillende zintuigcellen die reageren op verschillende toonhoogten. Hoe hard een geluid is (de geluidssterkte), wordt bepaald door hoe groot (van boven naar beneden) de trilling is. Hoe groter de trilling, hoe harder het geluid. 

Slide 3 - Slide

Geluidssterkte
Geluidssterkte wordt gemeten in decibel. Bij harde geluiden (van 80 decibel en meer) kunnen de zintuigcellen in het slakkenhuis beschadigd raken. Ook het trommelvlies kan beschadigd raken. Een verhoging van de geluidssterkte met 10 dB betekent dat het geluid 10× zo sterk wordt. Bij een toename van 20 dB wordt het geluid dus 100× zo sterk. Geluiden vanaf 80 dB kunnen leiden tot gehoorschade. Geluiden vanaf 130 dB zorgen voor hevige oorpijn.

Slide 4 - Slide

Bouw van het oor
Buitenoor: oorschelp en gehoorgang
Middenoor: trommelvlies, trommelholte, geluidsbeentjes
Binnenoor: slakkenhuis (hier liggen de zintuigcellen)

Slide 5 - Slide

Buitenkant van het oor
Oorschelp: Dit noemen wij normaal gezegd  'de oren'. De oorschelp vangt geluidstrillingen op. Oorschelpen zijn stevig, van kraakbeen. Het oorlelletje aan de onderkant heeft geen kraakbeen.
Gehoorgang: brengt geluidstrillingen bij het trommelvlies.  In de gehoorgang liggen de oorsmeerkliertjes. Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel. 

Slide 6 - Slide

Bouw van het oor
Tegen het trommelvlies liggen de gehoorbeentjes. Als het trommelvlies trilt, doen de gehoorbeentjes dat ook. De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis. In het slakkenhuis liggen de zintuigcellen die de prikkel omzetten in een impuls, het slakkenhuis geeft dan impulsen af aan de gehoorzenuw. De gehoorzenuw vervoert de impulsen naar de hersenen. Je hoort dan geluid.

Slide 7 - Slide

Middenoor
De ruimte tussen het trommelvlies en het slakkenhuis is de  trommelholte. Hier hangen de 3 gehoorbeentjes. De trommelholte is gevuld met lucht. De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte. Door te slikken of te gapen gaat de buis van Eustachius open. Er kan dan lucht door de buis naar de trommelholte toe. Daardoor wordt de luchtdruk in je oor gelijk aan de druk buiten je oor. Soms merk je dan dat je oor open ‘plopt’.

Slide 8 - Slide

Binnenoor
Slakkenhuis: 3 buizen opgerold als een spiraal. 
In de buizen zit vloeistof. Vlies gaat trillen, vloeistof gaat trillen.
Middelste kanaal heeft zintuigcellen: haartjes die trillen. Trillingen worden omgezet in impulsen. Gehoorzenuw brengt impuls naar de hersenen
Gehoorzenuw
Vloeistof die gaat trillen
Vloeistof die gaat trillen
Zintuigcellen

Slide 9 - Slide

Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan bestaat uit 3 ronde buisjes met vloeistof. Als je je hoofd beweegt, dan beweegt de vloeistof in de buisjes en kleine haartjes bewegen dan mee en zorgen voor de impulsen die naar de hersenen gaan. Het zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Onthoud
Leerdoel 1
9.5.1 Je kunt de delen van het oor noemen.
• De bouw van het oor:
– Oorschelp: vangt geluiden op. Geluiden zijn trillingen van de lucht.
– Gehoorgang: hierdoor gaan geluiden naar het trommelvlies.
– Trommelvlies: wordt door geluiden aan het trillen gebracht.
– Gehoorbeentjes: geven de trillingen van het trommelvlies door aan het slakkenhuis.
– Slakkenhuis: hierin liggen de zintuigcellen die trillingen opmerken.
– Buis van Eustachius: verbinding tussen de trommelholte en de keelholte die ervoor zorgt dat de luchtdruk in de trommelholte en buiten het lichaam gelijk is.
9.5.2 Je kunt uitleggen hoe het gehoor werkt.
• Geluid zijn trillingen van de lucht.
– De weg van de trillingen: oorschelp → gehoorgang → trommelvlies → gehoorbeentjes → slakkenhuis.
– De gehoorzenuw brengt de impulsen van het slakkenhuis naar de hersenen. Door hard geluid kan blijvende gehoorschade ontstaan.
– De zintuigcellen kunnen beschadigd raken.
– Het trommelvlies kan beschadigd raken.
Leerdoel 3
9.5.3 Je kunt uitleggen hoe het evenwichtsorgaan werkt.
• Evenwichtsorgaan: merkt de stand van het hoofd op en vormt impulsen.

Slide 14 - Slide

Aan het werk! Biologie
Wat? 11.6  De oren 


Opdracht 1 t/m 10

timer
1:00

Slide 15 - Slide