13.2 De huid en onderhuidsbindweefsel, 13.3 Het ademhalingsstelsel van de mens

13.2 De huid en onderhuidsbindweefsel, 
13.3 Het ademhalingsstelsel van de mens
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

13.2 De huid en onderhuidsbindweefsel, 
13.3 Het ademhalingsstelsel van de mens

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
13.2.2 Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen

20 min uitleg 13.2 en 13.3
15 min HW maken 13.3
13.2 ga je thuis maken

10 min nabespreken van leerdoel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Regeling lichaamstemperatuur
37 graden Celsius
Warmer? Bloedvaten wijder, veel zweetproductie
Kouder? Bloedvaten nauwer, weinig zweetproductie
Te koud? trillen om warmer te worden

Bij zoogdieren: isolatie lucht tussen haren
Kippenvel: Luchtlaagje wordt dikker door
recht opstaande haren/veren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Een donkere huid maakt veel pigment.

Een lichte huid maakt weinig pigment.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Pigment

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Neusholte en mondholte

Slide 8 - Slide

De functie van het slijmvlies: verwarmen en bevochtigen van ingeademde lucht. 
Functie neusharen: grote stofdeeltjes kunnen hierin blijven hangen.
Neusharen
Als je verkouden bent maak je teveel slijm aan
In de lucht zitten stofdeeltjes en ziekte verwekkers, je neusharen houden dit tegen, ze blijven plakken

trilharen verplaatsen het slijm en de stofdeeltjes naar de keelholte
Je kunt natuurlijk ook ruiken met je neus

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Keelholte en strottenhoofd
  • Via neus en mond naar keelholte
  • Strotklepje en huig

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp en longen
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd. 

De luchtpijp hebben kraakbeenringen in de wand. Deze zorgen voor stevigheid en zorgen ervoor dat hij altijd openstaat. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp en longen
 De bronchiën vertakken zich tot kleinere buisjes met aan het eind de longblaasjes

Daar wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide wordt uit het bloed weer afgegeven aan de lucht. 

Slide 12 - Slide

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.
Gaswisseling
Longblaasjes zitten aan het einde van de bronchiën

Rondom de longblaasjes zitten longhaarvaten, netwerk van kleine bloedvaten
Beide hebben dunne wanden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gaswisseling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling lucht

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je doen
Maak opdracht:
13.2: opdr 2, 7, 8
13.3: opdr 1, 2, 3, 5, 7+

Slide 16 - Slide

This item has no instructions