Les 6

Hoofdstuk 5, les 6
  • Telefoons in de bak
  • Plek zoals op de plattegrond
  • Tas naast de stoel
  • Laptop + werkboek+ leesboek op tafel
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5, les 6
  • Telefoons in de bak
  • Plek zoals op de plattegrond
  • Tas naast de stoel
  • Laptop + werkboek+ leesboek op tafel

Slide 1 - Slide

Denk aan onze afspraken...
  • We wachten met onze tas inpakken tot de docent heeft gezegd dat dit mag.
  • We gaan niet zomaar daar het lokaal lopen.

We houden ons ook aan de afspraken die er al waren:
  • Als je binnenkomt ga je zitten op je plek (plattegrond) en pak je je spullen.
  • We luisteren naar elkaar.
  • We houden het lokaal netjes.

Slide 2 - Slide

Lezen
5 min.
In stilte.

Slide 3 - Slide

Programma
Huiswerk check.
Huiswerk nakijken.
Begin nieuwe paragraaf: Taalverzorging, spelling.

Slide 4 - Slide

Huiswerk check
  1. Leg je werkboek open op blz. 184-185.
  2. Docent loopt langs om huiswerk te controleren.
  3. Ondertussen ga je de startopdracht (blz 186) maken.
  4. Klaar? Groene stukje over bijvoeglijk naamwoord lezen (blz 186).

Slide 5 - Slide

Maken
Opdracht 8 blz 184
Klaar? opdracht 10 maken blz 185
Dat als klaar? Opdracht 1 blz 187 maken.

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken: opdracht 8
  • Log in op Lesson up.
  • Beantwoord de sleepvraag (gaat over opdracht 8).
  • Om de vraag te beantwoorden, mag je in je boek kijken wat je had ingevuld.

Slide 7 - Slide

Vegelijken
Toenemen
Voorkomen
Beslissen
Bekijken wat de verschillen zijn en wat hetzelfde is.
Bedenken wat je gaat doen.
Meer of groter worden.
Zorgen dat iets niet gebeurt.

Slide 8 - Drag question

Nakijken
Opdracht 10 (blz. 185)
We luisteren naar elkaar.
We lezen mee.
We verbeteren het antwoord zo nodig.
Wil je iets zeggen? > Vinger opsteken.

Slide 9 - Slide

Uitleg: bijvoeglijk naamwoord
Eerst is het belangrijk dat je weet wat een zelfstandig naamwoord is.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets zegt over een zelfstandig naamwoord.

Slide 10 - Slide

Wat is ook alweer een zelfstandig naamwoord?

Slide 11 - Open question

Welk woord is hier dan een zelfstandig naamwoord?
A
Het
B
Doen
C
Hij
D
Lepel

Slide 12 - Quiz

Vervolg uitleg bijvoeglijk naamwoord 
Een bijvoeglijk naamwoord zegt dus iets zegt over een zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld:
  • Het groene gras  
  • Gras = zelfstandig naamwoord (het gras)
  • Groene zegt iets over het gras.
  • Groene = bijvoeglijk naamwoord.

Slide 13 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
Daar is het zwarte pad.
A
Pad
B
Zwarte
C
Het
D
Daar

Slide 14 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
Roodkapje woont in een rood huis.

Slide 15 - Open question

Staat er een bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
Ik heb in het weekend lekker uitgeslapen
Ja. Lekker is een bijvoeglijk naamwoord.
Nee.

Slide 16 - Poll

Zelfstandig werken
  • Vandaag t/m opdracht 8 (blz 189) af.
  • 4e + het 6e uur voor.
  • In de les af > dan geen huiswerk.
  • Vragen? Overleggen (fluisteren) met je buurman. Kom je er samen niet uit? Steek je vinger op.
  • Klaar? Blad halen bij docent.

Slide 17 - Slide