This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning:
Introductie
Uitleg paragraaf 3 H2: kalaallit nuaat, toendra, sneeuw en ijs
maken opdracht 1 t/m 4
Nabespreken paragraaf 3
afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
de bevolkingsspreiding van Groenland
de kenmerken van toendra's
het verschil tussen land en zee ijs
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
01:04
hoe lang moet je naar deze plek reizen
A
1 dag en nacht
B
4 dagen en nachten
C
3 dagen en nachten
D
2 dagen en nachten
Slide 3 - Quiz
03:32
wat is de koudste temperatuur ooit gemeten in een stad?
A
-70
B
-71
C
-79
D
-89
Slide 4 - Quiz
04:23
bij welke temperatuur krijg je bevriezingsverschijnselen?
A
-18
B
-35
C
-50
D
-70
Slide 5 - Quiz
07:11
de stad ligt boven de poolcirkel en is daarom zo koud
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
uitleg/aantekeningen
Slide 7 - Slide
Groenland
Bijna 60.000 inwoners (Inuit)
Grootste eiland ter wereld
Mensen wonen in kustgebied
-> dorpen, steden zijn er (bijna) niet
85% sneeuw en ijs
Slide 8 - Slide
Klimaat Groenland
Hoofdstad Nuuk:
Gemiddeld 6,5 graden.
Zomer: 10 tot 15 graden, 's nachts 4 graden.
Winter: temperatuur onder nul!
Slide 9 - Slide
Klimaat Groenland
Gemiddeld kouder dan 10 graden.
Boven de boomgrens.
Landschap: toendra
Grens tussen een gebied waar nog wel bomen groeien en waar geen bomen meer kunnen groeien door de lage temperatuur (kouder dan 10 °C in de zomer).
Slide 10 - Slide
toendra
Temperatuur kouder dan 10 graden in de zomer.
Neerslag in de winter sneeuw. In de zomer regen.
mos, gras en struiken
beren, vossen, kleine knaagdieren
Slide 11 - Slide
https:
Slide 12 - Link
taiga
Temperatuur zomers gemiddeld 10 graden.
Neerslag in de winter sneeuw. In de zomer regen.
Bomen, mos, gras en struiken
Elanden en beren
Slide 13 - Slide
poolklimaat
Sneeuw en ijs
Temperatuur komt bijna nooit boven 0 graden
IJsberen op de Noordpool
Pinguïns op de Zuidpool
Geen planten
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
00:26
waar komt permafrost vooral op de wereld voor?
Slide 16 - Open question
01:42
wat is het gevaar van smeltende permafrost?
Slide 17 - Open question
(noord)poolcirkel en permafrost
(Noord)poolcirkel: op 66.5 N.b. Alleen daar is het poolklimaat
permafrost: grond dat nooit ontdooit. water loopt moeilijk weg. Zomers meer een moeras (muggen!)
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
00:45
zee-ijs dat smelt kan nooit meer aangroeien
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
01:27
welke twee oorzaken zorgen ervoor dat zee ijs smelt?
Slide 21 - Open question
03:04
land ijs is gevaarlijker dat zee ijs
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quiz
land en zeeijs
zeeijs: bevroren zeewater. De Noordpool is vooral zeeijs. uitzondering: Groenland = landijs.
soms wel 3 km dik ijspakket
landijs: dikke laag sneeuw geperst tot ijs. Vooral te vinden op de Zuidpool (Antarctica) hier vind je ook zeeijs. Sneeuw van duizenden jaren oud!
Slide 23 - Slide
voor kgt
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Wat weet je nog van de vorige lessen?
We hebben tot nu toe de volgende natuurlandschappen gehad:
1- tropisch regenwoud
2- Savanne
3- Steppe
Daar komt nu 1 landschap bij: de woestijn
Even oefenen => maak de volgende sleepvraag.
Slide 26 - Slide
Zet de landschappen in de goede volgorde van af de evenaar naar het noorden! De evenaar staat onderaan.
Slide 27 - Drag question
Rond welke breedtegraad liggen de meeste woestijnen?
1
In welk werelddeel ligt (nog) geen woestijn?
2
Waar ligt de Sahara?
3
Slide 28 - Slide
De Sahara
De Sahara is de grootste woestijn op aarde
De Sahara is de grootste woestijn op aarde
Slide 29 - Slide
De bekendste woestijn voor jou is waarschijnlijk de zandwoestijn. maar wist je dat er nog meer soorten woestijnen bestaan? Kijk maar eens naar de afbeeldingen....Zie jij welke soorten woestijn er zijn?
zandwoestijn
2
grindwoestijn
1
zoutwoestijn
3
ijswoestijn
4
rotswoestijn
5
Slide 30 - Slide
Woestijn
Na de savanne en steppe kom je in het droogste gebied -> de woestijn. Hier regent het bijna nooit...
Kenmerken:
Ligging: tussen 15 en 30 NB en ZB
Minder dan 250 mm neerslag per jaar ->
Weinig tot geen plantengroei
Sterk wisselende temperatuur dag/nacht
Plek waar water te vinden is heet oase
Slide 31 - Slide
In de woestijn valt minder dan 250 mm regen per jaar. Hoeveel neerslag valt eigenlijk in NL per jaar?
A
150 mm per jaar
B
2000 mm per jaar
C
800 mm per jaar
D
1200 mm per jaar
Slide 32 - Quiz
Dalende lucht warmt op.
Waarom zo droog in de woestijn?
Wolken verdwijnen.
Zonder Wolken Geen Regen
De zon gaat weer schijnen
Slide 33 - Slide
Boeren verbouwen hier:
graan
dadels
groente
Oase:
een plek in de woestijn waar water is.
Irrigatie=
Akkers nat maken met behulp van waterpompenmet slangen, sproeiers en gegraven kanaaltjes.
Slide 34 - Slide
lezen paragraaf 3 H3 droge gebieden + de sahara
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 H2
gebruik hierbij:
leerboek blz. 44
werkboek blz. 47
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
lezen paragraaf 3 H2 inuit + toendra maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 H2 gebruik hierbij:
leerboek blz. 28/29
werkboek blz. 30/31
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
5:00
m/h: zelfstandig werken in stilte
kgt: zelfstandig werken in stilte
Slide 35 - Slide
lezen paragraaf 3 H3 droge gebieden + de sahara
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 H2
gebruik hierbij:
leerboek blz. 44
werkboek blz. 47
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
lezen paragraaf 3 H2 inuit + toendra maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 H2 gebruik hierbij:
leerboek blz. 28/29
werkboek blz. 30/31
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
5:00
m/h: zelfstandig werken
met praten
kgt: zelfstandig werken met praten
Slide 36 - Slide
lezen paragraaf 3 H3 droge gebieden + de sahara
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 H2
gebruik hierbij:
leerboek blz. 44
werkboek blz. 47
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
lezen paragraaf 3 H2 inuit + toendra maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 H2 gebruik hierbij:
leerboek blz. 28/29
werkboek blz. 30/31
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
5:00
m/h: zelfstandig werken
met fluisteren
kgt: zelfstandig werken met fluisteren
Slide 37 - Slide
bekijk de 2 bonus filmpjes!
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Slide 40 - Video
herhalen/nabespreken
Slide 41 - Slide
Waar wonen de mensen op Groenland?
'Dichtbevolkt'
Dunbevolkt
Slide 42 - Drag question
De hoofdstad Nuuk heeft in de zomer temperaturen tussen de...
A
10 en 15 graden
B
0 en -5 graden
C
5 en 10 graden
D
-5 en -10 graden
Slide 43 - Quiz
De bevolkingsspreiding van Groenland is...
A
Gelijk
B
Ongelijk
Slide 44 - Quiz
Wat groeit er niet in de Toendra?
A
Mossen
B
Bomen
C
Lage struikjes
D
Grassen
Slide 45 - Quiz
Wat is permafrost?
A
Dat het nooit bevroren is
B
dat er geen bomen groeien
C
Dat er altijd sneeuw ligt
D
Altijd bevroren ondergrond
Slide 46 - Quiz
Droog gebied, valt geen neerslag
Groeien veel verschillende planten en bomen, veel neerslag, altijd warm
Weinig neerslag, hier groeit alleen gras en wat struiken
Minder neerslag dan de tropen, hier groeien bomen en gras