Week 42 Nederlands 3 havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Plattegrond 3H2

Mobiele telefoon in je tas! 

Afspraken in de les

• Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
• Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister. 
• Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Week 43  23 oktober t/m 

27 oktober 2023

• Uitleg PTD. Planning. 
• Weektaken huiswerk 
• Een keer per week controle huiswerk. 
• Lezen van boeken en lezen in de les.
• gghlk - code
• Alle communicatie via magister.
• Opdracht vlogboek besprekenVervolg schrijfvaardigheid: hoofdstuk 9, formuleren.
• Zorg voor een nieuw leesboek.

Boekenlijst havo 3

• Dit schooljaar 4 boeken. R1 2x en R3 2x
• Lezenvoordelijst.nl 12-15 jaar niveau 4.
• Niveau => zie lijst, magister mail.

Boek 2

Boek 3

Boek 4

PTD rapportperiode 1 

Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE

Nr.	Toets-vorm	Leerstof/ Leerdoel	Tijd	Weging	Her- kans
101	PW	Schrijfvaardigheid essay H. 3, H. 4, H.9 en H. 10	45 min	2	Nee
102	SO	Fictie theorie H. 7, H8, H24, H25 en H26 en 1 boek (vlogboek). Inleverdatum 9 oktober.	Inleveren via youtube	1	Nee

Maar eerst...

 even ontspannen met een goed boek!

Herhaling vorige week

Huiswerk

Leerdoelen

Deze week:

• Je leert hoe je de betrouwbaarheid van bronnen kunt controleren.
  
• Je leert hoe je de betrouwbaarheid van de auteur kunt controleren.
• Je leert hoe je samenhangende zinnen formuleert en je teksten actief maakt.

Weektaak schrijven

• Lees de theorie op bladzijde 38
• Maak opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 39
  
  

Klaar? Maak leesmeters!

• Zorg voor een tweede leesboek
  

Weektaak schrijven

• Lees de theorie op bladzijde 39
• Maak opdracht 5 t/m 8 op bladzijde 39
  
  

Klaar? Maak leesmeters!

• Zorg voor een tweede leesboek
  

Uitleg theorie

Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Formuleren hoofdstuk 9 (p. 38)

Formuleren hoofdstuk 9 (p. 38)

Formuleren hoofdstuk 9 (p. 38)

Betrouwbaarheid van de auteur (p. 18)

• Om te beoordelen of een auteur betrouwbaar is, moet je ten eerste kijken naar het belang van de auteur. 

• Je onderzoekt dan of de auteur er een persoonlijk belang bij heeft om een bepaalde boodschap te verspreiden. Dit kan een politiek, maar ook een commercieel belang zijn. Een auteur kan je bijvoorbeeld willen overtuigen van zijn eigen politieke standpunt, of misschien wil hij je wel iets verkopen. 

• Wanneer een auteur een eigen belang heeft bij het verspreiden van een bepaalde boodschap, is hij niet neutraal. Een niet-neutrale auteur is minder betrouwbaar dan een neutrale auteur.
  

Betrouwbaarheid van de auteur (p. 18)

Deskundigheid kan voortkomen uit drie dingen. 

Ten eerste kan een auteur een bepaalde opleiding gedaan hebben die relevant is voor het onderwerp. 

Ten tweede kan een auteur deskundig zijn dankzij de werkervaring die hij heeft opgedaan.

Als laatste kan een auteur een ervaringsdeskundige zijn. Dat betekent dat hij zelf heeft meegemaakt waarover hij schrijft.

Betrouwbaarheid van de auteur (p. 18)

Kortom: een auteur is betrouwbaar wanneer hij neutraal én deskundig is. 

Formuleren (p. 38)

Evaluatie

• Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  
• Je leert hoe je de betrouwbaarheid van bronnen kunt controleren.
  
• Je leert hoe je de betrouwbaarheid van de auteur kunt controleren.
• Je leert hoe je samenhangende zinnen formuleert en je teksten actief maakt.

Betrouwbaarheid van bronnen (p. 14)

Een tekst is betrouwbaar wanneer de informatie in die tekst juist én volledig is. Juist betekent dat de gegeven informatie waar is en dat er geen leugens worden verspreid. Volledig betekent dat er geen belangrijke informatie wordt achtergehouden. Door informatie achter te houden ontstaat namelijk een verkeerd beeld en dat is niet de bedoeling.

8. Vorm en inhoud

De vorm van een tekst hóe iets is opgeschreven en de inhoud wát er is opgeschreven. Vorm en inhoud vormen samen het werk. 

De manier waarop de twee gecombineerd worden, bepaalt hoe het uiteindelijke werk eruit komt te zien.

8. Vorm en inhoud

Een belangrijk onderscheid op hoofdniveau, is het verschil tussen proza en poëzie.

Wanneer iets een lopende tekst is, noemen we het proza. Dit betekent dat je een stuk tekst hebt dat over de hele breedte van het papier of scherm loopt. 

Bij poëzie zie je juist veel wit op het papier. De tekst loopt niet over de hele breedte van de tekst, maar de regels worden afgebroken. Waar die afbrekingen plaatsvinden, heeft de schrijver bepaald.

8. Vorm en inhoud

Voor de inhoud van teksten onderscheiden we drie hoofdgenres: epiek, lyriek en dramatiek.

 

Epiek is de benaming voor alle verhalende teksten. Deze teksten noemen we ook wel epische teksten. Een tekst is verhalend wanneer er personages zijn die handelingen verrichten en er gebeurtenissen plaatsvinden. 

8. Vorm en inhoud

Bij lyriek staat gevoel centraal. Het zijn teksten waarin enkel een gevoel wordt uitgedrukt. In lyrische teksten gebeurt eigenlijk ‘niets’: er komen geen handelingen in voor en er verstrijkt ook geen tijd. Dit is het grote verschil met dramatische teksten.

 

Het laatste genre is dramatiek. Dramatische teksten zijn voor het toneel bedoeld. Dramatische teksten bestaan voor het grootste deel uit dialoog. 

8. Vorm en inhoud

Vorm en inhoud staan niet los van elkaar. Ze zijn van elkaar afhankelijk. Keuzes op het gebied van vorm hebben invloed op de inhoud, in andersom. De ene inhoud leent zich beter voor een bepaalde vorm dan de andere. Wil je iemand de liefde verklaren, dan ligt het meer voor de hand om een gedicht te schrijven dan een toneelstuk dat drie uur duurt. Wat je wilt schrijven, bepaalt dan dus hoe je het opschrijft.

Omgekeerd legt de vorm beperkingen op aan de inhoud. Als je een sonnet schrijft, dan heb je maar veertien regels tot je beschikking om je gedachtes in uit te drukken. En dan moet je er ook nog aan denken dat bepaalde regels op elkaar moeten rijmen. Je moet dan dus goed nadenken over de woorden die je kiest.

8. Vorm en inhoud

Kortom: Een literaire tekst is de combinatie van de gekozen vorm en inhoud.

24. Plot of verhaallijn - verloop

25. Personages

25. Personages

25. Personages/kennis

25. Personages/kennis

25. Personages/kennis

25. Personages/kennis

25. Personages/kennis

25. Personages/kennis

OK!

Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!