M&M - blok 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

5.2 - Bezetting, vervolging en bevrijding  

Wat weet je nog over
WO2?

Tijdvak 9

• TIjd van wereldoorlogen
• 1900 - 1950

Hitler

• Kwam in 1933 aan de macht in Duitsland. 
• Führer: Duits voor leider
• Duitsland was een dictatuur geworden: land waarbij één persoon alle macht heeft. 
  

1939

• Begin van WO2. 
• In september 1939 viel het Duitse leger Polen binnen.
  

1940

• Bombardement Rotterdam.
• De Duitsers probeerden vanaf 10 mei 1940 Nederland over te nemen.
• Nederland gaf zich pas na 4 dagen over. (na het bombardement)  
  

Geallieerden

• Bondgenoten: landen die militair samenwerken met elkaar.
• Groot-Brittanië, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie. 
  

Bezetting

• 1940 - 1945
• Nederland werd vijf jaar lang bestuurd door Duitsland. 
  

Nationaal-socialisme

• Anti-democratie
• Militarisme
• Racisme
• Nationalisme 

• Nazi: afkorting nationaalsocialist
  

MAVO

Uitleg begrippen

• Anti-democratie: het tegenovergestelde van een democratie. Dus het volk heeft geen macht, zij hebben niets te vertellen. 
• Militarisme: houden van wapens, leger, oorlog etc.
• Racisme: discriminatie op basis van je huidskleur of afkomt.
• Nationalisme: opkomen en houden van je vaderland (land waar je geboren bent)
  

MAVO

Seyss-Inquart

• Rijkscommissaris van bezet Nederland. 
• Nederland moest net zoals Duitsland nationaal-socialistisch worden. 
  
• Bijnaam: zes-en-een-kwart
  

Censuur

• Controleren van alle media. 
• De nazi's controleerden alle kranten, radiozenders en muziek. 
• Je mocht niets zeggen wat niet paste bij de manier van denken van de nazi's. 
  

Voorbeeld 

• De nazi's wilden niet dat de straatnamen in Nederland een verwijzing naar het koningshuis hadden. 
• Wilhelminalaan werd bijvoorbeeld Willem de Zwijgerlaan. 
  

NSB

• Nationaal-Socialistische Beweging. 
• 1931 - 1945
• Nederlandse nazi-partij. 
• Onder leiding van Anton Mussert (zie foto)
  

Collaborateur

• Mensen die samenwerken met de vijand. 

MAVO

Verzet

• Sommige mensen kwamen in verzet tegen de nazi's. 
• Bijvoorbeeld: drukken van kranten, maken van radio uitzendingen etc. 
  

Goed of fout?

• Maar een klein gedeelte van de Nederlanders zat bij de NSB of in het verzet. 

• De meeste Nederlanders hielden zich gewoon bezig met het zorgen voor hun familie en probeerden de oorlog door te komen. 

Slag om Arnhem

• "A Bridge too far"
• Zuiden van Nederland was al bevrijd. Geallieerden begonnen met een grote aanval om de bruggen te veroveren bij Arnhem en Nijmegen 
  
• Duitsers wonnen de slag om Arnhem. 
  

Hongerwinter

• De winter van 1944/1945
• Door de spoorwegstaking gingen er geen transporten meer naar West-Nederland. 
• Gevolg: geen voedsel. 
  

Bevrijding

• 5 mei 1945 - de Duitse legers gaven zich over in Nederland. 
• Capitulatie: overgave