zoek de tekst: gevonden? ga staan, doe jullie gebaar
lees voor. Goed? 1 punt
zelfde 2 groepen
bedenk een passend gebaar
Slide 10 - Slide
2 groepen
Leg om de beurt een kaart op de goede plek
(1 rij per groep, per goed antwoord 1 punt)
ronde 2:
hoeveel tijd heeft de groep nodig om alle kaartjes in de goede volgorde te leggen?
Slide 11 - Slide
Wat betekenen de getallen?
ren naar de pion, zet 'm op je hoofd
zeg daarna de betekenis
2 1600
39 40
27 66
Slide 12 - Slide
Stel (om de beurt) vragen waar 'ja/ nee' op geantwoord kan worden.
Wie weet het eerst wie hij is?
Helpt het als je iemand beter kent?
Slide 13 - Slide
Wat weet je van ...?
Van welke persoon weten we het meest?
Van wie het minst?
Hoe zou dat komen?
Zijn er ook dingen die je niet van de mensen weet?
Hoe komt dat?
Slide 14 - Slide
Door wie laat jij je kennen?
Wie kent jou goed?
Wie kent jou minder goed?
Wat is voor jou het verschil?
Kent de Here Jezus jou?
Slide 15 - Slide
Wat weet je van Jezus?
schrijf op wat je allemaal weet
Wat zou je nog van Hem willen weten?
(komende 3x RS gaan we over de Here Jezus nadenken!)
Slide 16 - Slide
Groepsopdracht:
Wat weet je van Markus?
Google op de volgende vragen:
1. In welke tijd leefde Markus?
2. Wat is het beroep van Markus?
3. Komt Markus zelf in zijn eigen bijbelboek voor?
4. Voor wie heeft hij het bijbelboek geschreven?
timer
3:00
Slide 17 - Slide
Markus 1: 39-45 (vanaf 15.35)
39 Jezus reisde rond door heel Galilea. In alle synagogen vertelde hij het goede nieuws. En overal jaagde hij kwade geesten weg uit de mensen. 40 Er kwam ook een man met een huidziekte bij Jezus. Hij knielde voor Jezus en vroeg hem om hulp. De man zei: ‘Als u wilt, kunt u mij beter maken.’ 41Jezus had medelijden met de man. Hij raakte hem aan en zei: ‘Ik wil dat je beter wordt.’ 42 Meteen werd de man beter. Zijn huidziekte was weg. 43 Voordat Jezus de man liet gaan, waarschuwde hij hem. Hij zei: 44 ‘Denk erom, je mag aan niemand vertellen wat er gebeurd is.’ Ook zei hij: ‘Ga naar de tempel. Daar moet de priester vaststellen dat je beter bent. En je moet het offer brengen dat verplicht is volgens de wet van Mozes. Dan kunnen de mensen zien dat je echt beter bent.’ 45 Maar toen die man wegging, vertelde hij aan iedereen steeds weer wat er gebeurd was. Daardoor kon Jezus niet langer overal komen. Hij bleef op eenzame plaatsen. Maar zelfs daar kwamen de mensen van alle kanten naar hem toe.