Van breuk tot decimaal

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Aan het einde van de les:

Kan je vertellen wat gelijkwaardige breuken zijn.

Kun je breuken omschrijven naar 10-en, 100-sten en 1000-sten

Kun je breuken omschrijven naar decimale getallen en andersom

Hoort bij 'Doel van de les', dit kort benoemen is voldoende.

Welke breuk is hetzelfde als 1/3?

Laat de leerlingen zoveel mogelijk breuken schrijven die gelijk zijn aan een derde (2/6,  3/9, 4/12, 5/15, 6/18, 7/21, 100/300, 250/750 etc.)

Gelijkwaardige breuken 

zijn breuken met dezelfde waarde.

Het is net zoveel. Kijk maar naar de  voorbeelden.

      1/2                   2/4                  4/8

Gelijkwaardige breuken / breuken vereenvoudigen

Leg hier duidelijk uit hoe je breuken eenvoudig gelijkwaardig kunt maken. Probeer bij elke stap te controleren of de leerlingen het begrijpen.

Maak de bovenstaande sommen op je wisbordje.

De leerlingen kunnen nu deze oefening maken op hun wisbordje. De leerkracht loopt rond om te kijken hoe het gaat.

Een andere variant om als oefening te doen is:

Laat elke leerling zelf een breuk bedenken en deze op zijn/haar wisbordje schrijven. Vervolgens laat je de leerlingen door de klas lopen en laat de leerlingen met elkaar vergelijken en de vraag beantwoorden: 'Wie van ons heeft de grootste breuk?'

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/4?

25/100

20/90

3/15

2/6

Laat de leerlingen stemmen op het antwoord waarvan ze denken dat het klopt.

Bespreek meteen het antwoord.

Welke breuk is gelijkwaardig aan 33/99?

3/10

30/99

1/3

2/3

Laat de leerlingen stemmen op het antwoord waarvan ze denken dat het klopt.

Bespreek meteen het antwoord.

Welke breuken zijn Gelijkwaardig?

1/2

1/3

1/4

2/6

2/8

2/4

12/24

6/18

15/45

10/20

5/10

6/24

8/32

9/36

9/27

Laat de leerlingen alle breuken naar het juiste vak slepen. De leerlingen kunnen dit allemaal voor zichzelf doen. Na afloop kun je de antwoorden bekijken en zien waar de moeilijkheden zitten.

Bedenk nu zelf gelijkwaardige breuken!

Hier moeten de leerlingen bijvoorbeeld het volgende invoeren:

1/3 en 2/6

1/10 en 10/100

Bespreek de ingevoerde antwoorden en controleer ook of ze allemaal kloppen.

Evaluatie
Ik snap wat gelijkwaardige breuken zijn.

😒🙁😐🙂😃

Laat de leerlingen voor zichzelf bepalen of ze het lesdoel hebben behaald. Laat ze zich daarbij afvragen of ze veel fouten hadden.

Breuken omschrijven naar decimalen

Het DHTE,thd schema

Van breuk naar decimaal

Om breuken om te schrijven naar decimaal moet je:

Eerst de breuk schrijven naar:

1/10

1/100 of 

1/1000

Schrijf de volgende breuken om

Noteer de antwoorden op je wisbordje

1/25 wordt:    .. / 100

1/5 wordt:    .. / 10

1/4 wordt:  .. / ..

1/8 wordt: .. / ..

3/5 wordt: .. / ..

Het DHTE,thd schema

4/100

2/10

25/100

1/1000

6/10

Hoezo wordt:

25/100 -> 0,25?

Hoezo wordt:

25/100 -> 0,25?

Omdat 25/100 = 5/100 + 20/100

En 20/100 = 2/10

Wat is het decimaal getal van:

3/4

7/8

4/5

Schrijf eerst de breuk om naar 10e, 100ste, of 1000ste

Zet de getallen in het DHTE,thd schema

Noteer het op je wisbordje

Van decimaal naar breuk

Zet eerst de getallen in het DHTE,thd schema.

Zet het getal in de breuk, gebruik hiervoor het kleinste deel

Vereenvoudig de breuk zo veel mogelijk

Het DHTE,thd schema

0,04

0,2

0,25

0,125

0,68

Ik snap nu hoe ik een breuk naar een decimaal getal kan omschrijven en andersom

😒🙁😐🙂😃

Laat de leerlingen voor zichzelf bepalen of ze het lesdoel hebben behaald. Laat ze zich daarbij afvragen of ze veel fouten hadden.