Methodische zorgcyclus

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen

- Je kunt benoemen wat de methodische zorgcyclus inhoud

- Je kunt de vier belangrijkste levensdomeinen benoemen. 

- Je kunt benoemen hoe je informatie van de cliënt gaat verzamelen. 

- Je kunt benoemen wat het verschil is tussen feitelijke problemen en te verwachten problemen. 

- PES ( opfrissen)

- SMART zorgdoelen ( opfrissen).

De verschillende stappen van methodisch werken zijn:

Het onderzoeken van het probleem.

Het maken van een plan.

Het uitvoeren van dat plan.

Het bespreken en beoordelen van de resultaten.

Informatie verzamelen.

Onderzoeken van wensen, behoeften en problemen.

Doelen afspreken.

Bepalen en plannen van activiteiten.

Uitvoeren van de zorg volgens de planning.

Evalueren en zo nodig aanpassen.

Casus

De heer Veenstra is vandaag opgenomen in verband met een gebroken heup. Karin, een van de verpleegkundigen, bekijkt welke verpleegkundige problemen er spelen bij meneer Veenstra. Zij stelt een zorgplan op.

Vraag:
Wat is de eerste stap in het opstellen van een zorgplan?

1. Verzamelen van informatie
2. Formuleren van een verpleegprobleem
3. Kiezen van een model
4. Formuleren van doelen

Casus

De heer Veenstra is opgenomen in verband met een gebroken heup. Karin, de verpleegkundige, stelt een zorgplan op voor de heer Veenstra. Zij heeft in de eerste stap allerlei informatie over hem verzameld.

De tweede stap van het zorgplan bestaat uit het .....

1. Onderzoeken van wensen, behoeften en problemen
2. Formuleren van doelen en plannen
3. Beide bovenstaande
4. Geen van bovenstaande

De vier belangrijkste levensdomeinen zijn:

Lichamelijk welbevinden.

Mentaal welbevinden.

Omstandigheden (woon- en leef-).

Participatie. 

Er zijn meerdere manieren om voor het zorgplan van een zorgvrager informatie te verzamelen.

Vraag:
Hoe wordt informatie in de eerste stap van het zorgplan onder andere verzameld?

Bij RUMBA zijn de doelen:

Relevant;

begrijpelijk (Understandable);

Meetbaar;

waarneembaar (Behavioral);

bereikbaar (Attainable). 

Stelling:
Een goed voorbeeld van een meetbaar doel is ‘meneer Schouten zal dagelijks ..... eten’.

1. 1 drinkvoeding
2. voldoende
3. na te luisteren naar zijn honger gevoel
4. onder enthousiaste begeleiding

Casus

Mevrouw de Bruijn heeft een verminderde mobiliteit en zit eigenlijk alleen in haar rolstoel. Lopen kan zij na haar knie-operatie niet meer. Zij wil graag weer zonder hulpmiddelen kunnen lopen. Je stelt haar het volgende doel: over acht weken kan mevrouw met behulp van een rollator zelfstandig tot het einde van de gang lopen. Om dit te bereiken gaat zij elke ochtend met de fysiotherapeut oefeningen doen. De voortgang is hierbij ook te zien door de afstand te meten die zij zelfstandig kan lopen. Mevrouw de Bruijn en je collega's staan achter dit plan.

Vraag:

Is dit leerdoel SMART-geformuleerd?

Is dit leerdoel SMART-geformuleerd?
Over acht weken kan mevrouw met behulp van een rollator zelfstandig tot het einde van de gang lopen.

1. Ja aan alle voorwaarden is voldaan
2. Nee het is niet tijdsgebonden
3. Nee het is niet realistisch
4. Nee het is niet acceptabel

Casus

Meneer Dijkhuizen woont nog thuis maar ontvangt wel thuiszorg. Hij wil graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven, maar heeft de laatste tijd moeite met het onthouden van dingen. Zo vergeet hij de laatste tijd vaak te douchen. Je besluit geheugensteuntjes in huis te hangen, zoals kalenders, kaartjes, etc. en formuleert een SMART-leerdoel voor meneer: meneer Dijkhuizen zal minimaal 7 keer in de week gaan douchen. Als de thuiszorg komt, kijken zij of hij gedoucht heeft en noteren dit op een kaart. Over enige tijd zal het effect van de geheugensteuntjes geëvalueerd worden.

Vraag:

Is dit leerdoel SMART-geformuleerd?

Is dit leerdoel SMART-geformuleerd?
Meneer Dijkhuizen zal minimaal 7 keer in de week gaan douchen. Als de thuiszorg komt, kijken zij of hij gedoucht heeft en noteren dit op een kaart. Over enige tijd zal het effect van de geheugensteuntjes geëvalueerd worden.

1. Ja aan alle voorwaarden is voldaan
2. Nee het doel is vooral niet meetbaar
3. Nee het doel is voornamelijk niet tijdsgebonden
4. Nee het doel is met name niet specifiek

Bij het formuleren van een leerdoel moet duidelijk een begin- en eindpunt aangegeven worden. Op die manier weet iedereen wanneer er geëvalueerd gaat worden en is ook beter in te schatten of het leerdoel realistisch is.

aan de slag !

Het tweede lesuur mogen jullie aan de slag met de verwerking met de opdrachten die hierbij horen. Zie ook Teams werkprocessen.