,

Eerste les + 1.1 Van vorstendommen tot kolonie

Geschiedenis
Geschiedenis 3M
Welkom! 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Geschiedenis
Geschiedenis 3M
Welkom! 

Slide 1 - Slide

Programma 
  • PTA: VT's (overgang) + ET's (telt mee voor schoolexamen 4M) 
  • Studieplanner P1
  • Herkansing: einde jaar, 1 toets PTA

Alles is terug te vinden in de ELO op Magister.
Gedeelde documenten > 3M Geschiedenis 

Slide 2 - Slide

Overzicht van onderwerpen

Periode 1 - H1
Nederland en Indonesië
Periode 2 - H5
De Koude Oorlog
Periode 3 - H6
Het Israëlisch-Palestijnse conflict 
Periode 4 - H4
Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Inloggen methode Memo Online 
Inloggen: Magister > ELO > leermiddelen > ges Memo Max
Neem altijd je boeken mee en evt. een schrift voor aantekeningen. 

Klassencode
3M.GSS1:   750829
3M.GSS2:   836727

Slide 5 - Slide

H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie   
A: de Indische eilanden vóór 1600

Slide 6 - Slide

Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C:  Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.

Slide 7 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
Handelsmonopolie
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal


Pacificatie
Koninklijk Nederlands-Indisch leger (KNIL)
Modern imperialisme

Slide 8 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
  • 50x zo groot als NL
  • Voor 1600 geen eenheid!
  • jagers-verzamelaars, maar ook grote landbouwsamenlevingen

Slide 9 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Vanaf 2e eeuw handel met Aziatische landen. Hierdoor meerdere culturele invloeden: 
  • Schrift uit India
  • Chinese munten bij handel
  • Boeddhisme en hindoeïsme
    --> tempels
  • Vanaf 16e eeuw Islam belangrijkste godsdienst

Slide 10 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Koninkrijk Soenda (op Java):
  • Handelden met andere eilanden via hun havensteden zoals Jakarta en Bantam
  • 1579: veroverd door de Islamieten: stichting sultanaat Bantam (sultan = islamitisch heerser)

Atjeh:
  • 1520: Islamitisch sultanaat
  • Belangrijke schakel in handel tussen eilanden en vaste land
  • Handel in specerijen --> Atjeh werd rijk
  • Tempels, paleizen, sterke oorlogsvloot

Slide 11 - Slide

H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie   
B: De VOC in Oost-Indië

Slide 12 - Slide

Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C:  Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.

Slide 13 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
  • Einde 16e eeuw (rond 1590); Portugezen dreven handel via zee in specerijen -> veel winst. 
  • NL wilde ook een route vinden naar Azië.
    Dit lukte in 1596.

Slide 14 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • 1602: oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
     
  • Doel: concurrentie voorkomen. De VOC kreeg het handelsmonopolie. Alleen schepen van de VOC mochten handel voeren.
  • Handelsposten op Java, India, China, Japan. Belangrijkste: Batavia op Java
  • Fort, haven, pakhuizen, woningen VOC-bestuurders en soldaten

Slide 15 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
De VOC:
 had bevoegdheden in Oost-Indië die normaal alleen een staat heeft:
 
  • oorlog voeren 
    --> om handelspost te stichten
    --> gunstige handelsafspraken afdwingen
  • volkeren met geweld dwingen tot samenwerking (Genocide van Banda - 1621)
  • bestuurders aanstellen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie   
C: De kolonie Nederlands-Indië

Slide 20 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
  • 1798: VOC gaat failliet.  --> NL'se staat neemt alle bezittingen over.
     
  • De gebieden van Oost-Indië wordt een kolonie: Nederlands Indië

Slide 21 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
vanaf 1800: Modern imperialisme:
Het idee bij Europese landen in de 19e eeuw dat zij zoveel mogelijk land moesten veroveren om zo een groot rijk op te bouwen.

Drie oorzaken:
  • Grondstoffen voor de industrie
  • Aanzien
  • Europeanen voelden zich het beste. Vonden dat ze recht hadden om andere volken te overheersen
-->   Dit wilde NL ook

Kan jij deze spotprent uitleggen?

Slide 22 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Nederland richt het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) op.
Doel: alle eilanden veroveren.
Officieren waren Nederlanders, soldaten waren inheemse bewoners.
1873-1904: Atjeh-oorlog

Nederland noemde veroveren pacificatie: brengen van vrede



Zag de inheemse bevolking dit ook zo?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Indirect bestuur op NL-Indië
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden
Rond 1850: 175 Nederlandse ambtenaren
regeren over 13 miljoen inwoners Java. 

Slide 25 - Slide

Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C:  Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.

Slide 26 - Slide

Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra

Slide 27 - Slide

Wat over de bron is waar?
A
Het eiland Sumatra had schrift, wat wijst op een ontwikkelde samenleving
B
Het koninkrijk Sriwijaya was waarschijnlijk het enige Indische rijk met schrift
C
Deze bron is waarschijnlijk geschreven door Nederlandse handelaren
D
Deze bron komt uit een samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 28 - Quiz

Hieronder staan vier feiten over het Indische rijk Modjohit. Geef bij elk kenmerk aan of het een cultureel of een economisch kenmerk is, of geen van beide.
Cultureel
Economisch
Geen van beide
Modjohit beheerste veel handelsroutes
Modjohit had een koning 
Modjohit ontstond rond 1300 op Java 
Modjohit was hindoe-boeddhistisch 

Slide 29 - Drag question

Welk recht kon de VOC gebruiken om de bevolking op de Indische eilanden tot samenwerking te dwingen?
A
Het recht om een handelsmonopolie op te richten
B
Het recht om een handelsroute naar Azië te vinden
C
Het recht om handelsposten te vestigen
D
Het recht om oorlog te voeren en forten te bouwen

Slide 30 - Quiz

Wat was een belangrijk argument voor inwoners van de Indische eilanden om niet te willen samenwerken met de VOC?

A
De VOC wilde de bevolking bekeren tot een ander geloof
B
De VOC wilde de handel met Chinese, Portugese of Arabische handelaren verbieden
C
De VOC wilde de winst van de handel in specerijen delen met andere handelaren
D
De VOC wilde het hele eiland veroveren

Slide 31 - Quiz

Welke zin past bij het indirecte bestuur in Nederlands-Indië?
A
Dorpshoofden wijzen een Gouverneur-Generaal aan
B
Nederlanders sturen regenten aan die hun eigen gebied besturen
C
Onafhankelijke Indische dorpshoofden besturen hun eigen gebied
D
Regenten geven bevelen aan Nederlandse residenten

Slide 32 - Quiz

Hoe werden de Indische bestuurders genoemd, die door Nederland werden benoemd?
A
Dorpshoofden
B
Gouverneur-Generaal
C
Regenten
D
Residenten

Slide 33 - Quiz

Gouverneur-Generaal
Regenten
Residenten
Dorpshoofden
Nederland
Indonesië

Slide 34 - Drag question