Les 10 - 4H - 22/23 - De Europese Unie (§ 1.6)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Terugblik
Waar ging de vorige les over?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waarom bestaat de Europese Unie?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Link

Wat weet je al?
Europese club van landen die samenwerken met elkaar.
De regering van Europa. Elk land van de EU heeft 1 lid in deze commissie.
De mensen die het land besturen. Dit zijn het staatshoofd en de ministers.
Controleert of de Europese Commissie haar werk goed doet. Je kunt het vergelijken met de Tweede Kamer in Nederland.
Stemmen over wetsvoorstellen en mogen amendementen doen. Uit elke lidstaat 1 minister per onderwerp.
Regering 
Europees Parlement
Europese Commissie
Europese Unie
Raad van de Europese Unie 

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Dagelijks bestuur = uitvoerende macht
Volksvertegenwoordigers= wetgevend

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Alle regeringsleiders
EU-top
Dagelijks bestuur van de EU
Voert wetten uit
Eurocommissaris
Controleert of of de lidstaten zich aan de wet houden
Samenstelling verandert vaak: telkens andere ministers
Stemt voor of tegen de regels van Europese Commissie. Bevat ministers.
Elke vijf jaar gekozen
Beslist mee met wetgeving / controleert EC.
751 zetels

Slide 24 - Drag question











Bewerkt<https://teams.microsoft.com/l/message/19:r4wjGgCYQjA_QEP5x2bBHSChexg703gOCXZVYfBz09o1@thread.tacv2/1662716244884?tenantId=6f840e68-7735-428e-b45c-986dfa726fc8&amp;groupId=8cb0eb12-d6a3-479d-ba86-208f46480f93&amp;parentMessageId=1662716244884&amp;teamName=2223-IM-4HD&amp;channelName=Algemeen&amp;createdTime=1662716244884&amp;allowXTenantAccess=false>
Maak een KAVV-aantekening over §1.6


KAVV is de afkorting voor Kern, Argument, Verband en Vraag.

  • Kern: Geef in één of twee zinnen weer wat de kerngedachte, de belangrijkste boodschap is van de paragraaf.
  • Argument: Leg uit wat de belangrijkste begrippen zijn. Benoem ze en definieer ze.
  • Verband: Leg en verband tussen iets uit de actualiteiten, het nieuws, en één van de begrippen uit de paragraaf.
  • Vraag: Stel een goede vraag op basis van de paragraaf. Dit kan een kritische vraag zijn, een vraag over iets dat je nog niet goed begrijpt, een vraag over iets waar je anders over denkt of waarvan je vindt dat dit misschien eigenlijk anders zit.









Bewerkt<https://teams.microsoft.com/l/message/19:r4wjGgCYQjA_QEP5x2bBHSChexg703gOCXZVYfBz09o1@thread.tacv2/1662716244884?tenantId=6f840e68-7735-428e-b45c-986dfa726fc8&amp;groupId=8cb0eb12-d6a3-479d-ba86-208f46480f93&amp;parentMessageId=1662716244884&amp;teamName=2223-IM-4HD&amp;channelName=Algemeen&amp;createdTime=1662716244884&amp;allowXTenantAccess=false>

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide