Feesttenten

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Wiederholung level 1-4

W-Wörter 

Zeit

Präsens 

W-Wörter

wer	wie
wo	waar
was	wat
wie	hoe
wann	wanneer
woher	waar vandaan
warum	waarom

Zoek de juiste vraagwoorden bij elkaar!

hoe?

waar?

waarom?

wat?

wie?

warum?

wie?

wo?

was?

wer?

Vraagwoorden
Hoe vertaal je WIE in het DUITS?
Wie is dat?

1. wer
2. wo
3. was
4. wann

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie' in het Nederlands?
"wie spät ist es?"

1. wie
2. hoe
3. waar
4. wanneer

Die Zeit

Die Tage der Woche

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

Mittwoch

Samstag

Sonntag

Freitag

Donnerstag

Dienstag

Montag

Welcher Wochentag ist es morgen?

1. Montag
2. Dienstag
3. Mittwoch
4. Donnerstag

Welcher Wochentag war gestern?

1. Montag
2. Sonntag
3. Mittwoch
4. Samstag

Samstag + Sonntag =

1. Wochenende
2. In der Woche
3. Arbeitstag

Welche Zeit passt zu dem Tageszeit?

Der Morgen

Der Vormittag

Der Nachmittag

Der Abend

Die Nacht

Von 6 bis 12 Uhr

Von 12  bist 14 Uhr

Von 14  bis 18 Uhr

Von 18  bis 24 Uhr

Von 24  bis 6 Uhr

In welchem Monat (maand) hast du Geburtstag?
Schrijf de maand voluit in het Duits

Hoofdregel (feesttenten)

	FE-
ich	spiel e
du	spiel st
er / sie / es	spiel t
wir	spiel en
ihr	spiel t
sie / Sie	spiel en

Das Flugzeug ... um 14:30 Uhr.
[landen]

ich

du

er/sie/es/man

wir

ihr

sie/Sie

Sleep de werkwoorden naar de juiste plek

praten= reden

rede

redest

redet

redet

reden

reden

Wikiwijs level 3: Präsens Ausbr.

Bekijk het filmpje van Malte over de uitbreiding

Maak de oefeningen in de wikiwijs: Präsens d/t & s-Klang

Klaar? Maak de oefening "Präsens völlig"