Les 2 Werkwoordspelling - Tegenwoordige tijd

Spelling - Tegenwoordige tijd
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling - Tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- theorie persoonsvormen
- theorie persoonsvorm tegenwoordige tijd
- zelfstandig werken aan online opdrachten in Studiemeter

Slide 2 - Slide

timer
5:00
Werkwoordspelling

Slide 3 - Mind map

Instructie werkwoordspelling
Instructie werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
A
Je verandert de zin naar een andere tijd.
B
Je kijkt naar de andere werkwoorden in de zin.
C
Je maakt een vraagzin.
D
kies alle werkwoorden behalve de voltooid deelwoorden

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zoek de persoonsvorm(en) in de volgende zinnen:

Slide 9 - Slide

Hij verwacht niet dat hij naar Australië verhuist.

Slide 10 - Open question

Eileen heeft haar poppen aan haar zusje gegeven, die speelt er dagelijks mee.

Slide 11 - Open question

Het verbaasde me dat je me niet vertrouwde.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Vul de juiste werkwoordsvorm van 'vervelen' in

Deze film ......... nooit.

Slide 15 - Open question

(verhuizen)
Eric ........ de spullen naar een nieuwe werkplek.

Slide 16 - Open question

(verwijzen)
........ je huisarts jou door naar de specialist?

Slide 17 - Open question

(vinden)
Ferdi ...... jouw redenering erg duidelijk

Slide 18 - Open question

(raden)
....... eens hoeveel aanmeldingen we hebben voor de bijeenkomst?

Slide 19 - Open question

(aanvaarden, houden)
Ik ......... dit compromis, mits jij je vanaf nu aan de afspraken ......... .

Slide 20 - Open question

(besteden)
Edward .......... veel aandacht aan de opmaak van teksten.

Slide 21 - Open question

...... jij ook wel eens moe van het eeuwige gezeur van die docenten?
A
Word
B
Wordt
C
Worden
D
Werd

Slide 22 - Quiz

Hij zegt dat hij van haar ....... .
A
houd
B
houdt
C
houden
D
hield

Slide 23 - Quiz

Zelf oefenen:
Starttaal 3F
Werken aan Starttaal 3F Thema 1 Sociale media
hoofdstuk 3 Taalverzorging
Lesdoel:
Aan het einde van de les kun je :
werkwoorden in de juiste tijd vervoegen.
Maken: (klik op het belletje rechtsboven en vervolgens op mijn naam Annette Jalimsing)
De takenlijst staat linksboven in je Studiemeter.
Lees de theorie goed door.
Klik op ‘Inleveren’ en vervolgens op ‘Nakijken’.

Slide 24 - Slide