Jezelf overhoren: hoofdstuk 5

H5 
Herhaling Aarde
(klimaat en landschap)
Deze vragen richten zich vooral op leerwerk. De meeste vragen testen of je de feiten/begrippen goed geleerd hebt.

Op de echte toets worden er meer toepassingsvragen gesteld.

Om die vragen te kunnen beantwoorden moet je juist de lesstof heel goed geleerd en begrepen hebben.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H5 
Herhaling Aarde
(klimaat en landschap)
Deze vragen richten zich vooral op leerwerk. De meeste vragen testen of je de feiten/begrippen goed geleerd hebt.

Op de echte toets worden er meer toepassingsvragen gesteld.

Om die vragen te kunnen beantwoorden moet je juist de lesstof heel goed geleerd en begrepen hebben.

Slide 1 - Slide

Bij het mondiaal windsysteem zijn er hoge en lage drukgebieden. Geef aan waar over het algemeen de hoge en waar de lage drukgebieden liggen. 
H = hoog luchtdrukgebied. L = laag luchtdrukgebied
H
H
H
H
L
L
L

Slide 2 - Drag question

Geef de 3 regels van de Wet van Buys Ballot

Slide 3 - Open question

Hoe het het lage luchtdrukgebied rond de evenaar dat zich beweegt tussen de keerkringen?

Slide 4 - Open question

Leg uit waardoor het wel/niet regent bij een laag luchtdrukgebied.

Slide 5 - Open question

Leg uit waardoor het bij een hoog luchtdrukgebied droog is.

Slide 6 - Open question

Leg uit hoe een passaat verschilt van een moesson.

Slide 7 - Open question

Maak de zin af over temperatuur:
Hoe verder weg van de evenaar....

Slide 8 - Open question

Maak de zin af over temperatuur:
Hoe hoger de hoogteligging...

Slide 9 - Open question

Hoe beïnvloeden de zee de temperatuur als je het binnenland vergelijkt met een gebied dat aan zee ligt.

Slide 10 - Open question

Wat is de juiste volgorde om te bepalen welke 1e letter van de Köppencode er hoort bij een klimaat?

Slide 11 - Open question

Noteer alle soorten E en B klimaten die er zijn. De afkortingen (2 letters) en een korte uitleg erachter.

Slide 12 - Open question

Welke 3 kleine letters kunnen er altijd achter een A, C of D klimaat? Geef ook de korte uitleg van de betekenis.

Slide 13 - Open question

Welke vragen moet je jezelf stellen om te bepalen of een klimaat een D-klimaat is?

Slide 14 - Open question

Wat gebeurt er met de Intertropische convergentiezone tussen april en september? Ga in op de ligging in beide maanden.

Slide 15 - Open question

Bekijk de afbeelding.
Leg uit waardoor er in het
noorden van Australië een
natte en een droge tijd is.

Slide 16 - Open question

Hoe heet de bodem in de tropische zone?

Slide 17 - Open question

Leg uit hoe het komt dat de bodem in het tropisch regenwoud NIET vruchtbaar is.

Slide 18 - Open question

taiga
steppe
savanne
toendra
woestijn

Slide 19 - Drag question

Wat is landdegradatie?

Slide 20 - Open question

Welke 3 soorten landdegradatie zijn er? Denk aan de 3 V's

Slide 21 - Open question

Leg uit hoe de mens versnelde bodemerosie kan veroorzaken.

Slide 22 - Open question

Leg uit op welke 2 manieren de mens voor verzilting kan zorgen.

Slide 23 - Open question

Leg uit hoe het planten van bomen kan helpen bij het tegen gaan van verwoestijning.

Slide 24 - Open question