4.2: Activerende werkvorm Verlicht denkers

Verlichting en Revolutie
4.2: Verlichting: Theorie en praktijk
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verlichting en Revolutie
4.2: Verlichting: Theorie en praktijk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

4.2. Licht op de verlichting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
  • Welke kritiek hadden de verlichtingsfilosofen op de absolute heersers?

  • Welke ideeën hadden zij over een beter bestuur? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verlichting: theorie en praktijk
Deelvraag:
  • Welke kritiek hadden verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?


Begrippen
  • rationalisme
  • Trias politica
  • standplaatsgebondenheid
  • Gebondenheid aan tijd en plaats
Personen
  • John Locke
  • Montesquieu
John Locke
Belangrijke verlichtingsfilosoof.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De rede wordt steeds belangrijker
  • Rationalisme 
  • De wereld beter begrijpen en bestuderen dmv. het verstand en de logica. Ratio = het verstand. Doormiddel van:
    - Gegevens verzamelen
    - Redeneren
    -Conclusies trekken


  • Isaac Newton
  • Christiaan Huygens


Galileo
Was hoogleraar, astronoom, natuurkundige en filosoof. Hij gebruikte telescopen om de bewegingen van sterren en planeten te bestuderen. Hierdoor kon hij het bewijs leveren voor de theorie van Copernicus. Copernicus had gesteld dat het geocentrische wereldbeeld dat uit de bijbel kwam niet klopte, volgens deze theorie was de aarde het middelpunt van het helal en draaide de sterren en planeten om de aarde. Galileo bewees dat dit niet klopte en dat het heliocentrische wereldbeeld klopte, namelijk dat de zon het middelpunt was en dat de planeten daar omheen draaide. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Rationalisme en Verlichting
Rationalisme leidt tot een betere samenleving:
- sociale verhoudingen
- rechtspraak
- politiek
- godsdienst
- economie

Absolute heerser door God aangewezen kreeg minder aanhang.
Het recht om boeken te verbieden en mensen opsluiten?
Belasting heffen?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verlichte denkers en hun ideeën
In de 17e en 18e eeuw kwam er een nieuwe manier van denken op: de Verlichting
In deze manier van denken staan rationeel denken en onderzoek doen centraal. Er werd afgestapt van eeuwen oude aannames en kerkelijke dogma’s. Verschillende wetenschappers omarmde deze manier van denken en paste hun nieuwe inzichten toe op verschillende aspecten van de maatschappij.


In deze opdracht gaan we nader kijken naar een vijftal van deze denkers

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Denis Diderot
1713-1784

Adam Smith
1723-1790


Jean-Jacques Rousseau
1712-1778

Montesquieu
1689-1755

John Locke
1632-1704

Voltaire
1694-1778


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Denis Diderot
1713-1784

Adam Smith
1723-1790


Jean-Jacques Rousseau
1712-1778

Montesquieu
1689-1755

John Locke
1632-1704

Voltaire
1694-1778


1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wat was de kern van Locke's filosofie?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat was de kern van Montesquieu's filosofie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Extra informatie Verlichtingsfilosofen
De volgende dia's geven een korte toelichting per filosoof

+

3 quiz vragen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Natuurrecht en triaspolitica
                                            John Locke
                                                                        Montesquieu

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

John Locke en het natuurrecht
  • John Locke de eerste filosoof die opschreef dat het Absolutisme in tegenspraak is met de rede.
  • Ieder mens is gelijk en heeft gelijke rechten
  • De natuurwetten bepalen dat alle mensen recht hebben op ‘leven, vrijheid en bezit’. > vorsten moeten die rechten respecteren.
  • De vorst regeert namens het volk, het volk respecteert de wetten.  Een vorst die de rechten van het volk niet respecteerde mocht afgezet worden. 
  • Zag dat Lodewijk XIV zijn absolute macht steeds vergrootte.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Montesquieu en de 'scheiding der machten'
  • Had veel kritiek op de absolute macht van de koning.
  • Macht bij 1 persoon zorgt voor machtsmisbruik. 
  • De leer van de Trias Politica > scheiding der machten. 
  1. wetgevende macht = parlement
  2. uitvoerende macht = regering
  3. rechtsprekende macht = rechters

  • De drie machten moeten elkaar controleren. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Montesquieu: Trias Politica

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Rousseau - democratie
Rousseau:
  • De wil van het volk moet leidend zijn in het bestuur van een land.

  • Een koning volgt alleen zijn eigen wil en nooit die van de mensen.

  • Het absolutisme moet daarom plaatsmaken voor democratie.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vrijheid en gelijkheid
  • Alle mensen zijn gelijk, zo dachten de verlichte denkers

  • De standenmaatschappij vonden zij dus niet goed

  • Volgens hen waren er mensenrechten zoals vrijheid die alle mensen moesten hebben

  • In onze tegenwoordige rechtstaat heeft iedereen gelijke rechten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verspreiding Verlichte ideeën
- brieven
- publicaties (tijdschriften, boeken)
- discussies in koffiehuizen en salons

Slide 19 - Slide

Gaston van Orleans (1608-1660); broer van koning Lodewijk XIII; wilde meer macht en streed tegen koning en adviseurs

Lodewijk XIII (1601-1643); 

kardinaal Richelieu (1585-1642): adviseur van Lodewijk XIII en Lodewijk XIV

kardinaal Mazarin (1602-1661): adviseur van Lodewijk XIV
Reactie absolute vorsten op verlichte ideeën: censuur

  • bepaalde boeken/ teksten/ toneel- of muziekstukken  werden verboden 
  • sommige verlichte denkers werden verbannen of gevangen gezet

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Horen de uitspraken bij absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Afsluiting
  • Welke kritiek hadden de verlichtingsfilosofen op de absolute heersers?

  • Welke ideeën hadden zij over een beter bestuur? 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions