2b - Lezen 2.3 - les 2 - Signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom!

1

WELKOM!

Werkboek

Leg op tafel:

• Stil lezen (10 min.)
• Huiswerk doornemen (10 min.)
  
• 2.3 afmaken (15 min.)
  
  

Vandaag

Maken in 2.3 - opdr. 4 t/m 15

 Huiswerk:

Programma:

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Stil lezen

• Je kunt 4 functies van een inleiding noemen en herkennen.
  
• Je kunt verwijswoorden herkennen en begrijpen.
  
• Je kunt signaalwoorden voor een tegenstelling herkennen.
• Je kunt signaalwoorden voor een voorbeeld herkennen.
• Je kunt de tekstdoelen activeren, informeren en amuseren in
   een tekst herkennen.

Lesdoelen

Opdracht: vertel je buur wat de leerdoelen betekenen.

Schrijf zelf een inleiding (40 woorden)

Draai een functie:

Draai een titel:

Leerlingen schrijven zelf een inleiding. Scherm delen met klas en zelf een functie en titel laten draaien.

Tekstverbanden en signaalwoorden

- Opsomming

- Tegenstelling

- Voorbeeld

Samen leertekst lezen

Werkboek blz. 99

Samen leertekst lezen

Volgende week: SO H1.7 en H1.8

Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.

Samenwerk-opdracht

1. Lees samen de lesstof over signaalwoorden voor tegenstellingen en voorbeelden:

- blz. 101 en 102

2. Kies samen 4 signaalwoorden en schrijf er 4 zinnen mee.

Vul hier de vier zinnen in die je hebt gemaakt.

Noem drie signaalwoorden voor tegenstelling.

Wat zijn de 4 functies van een inleiding?

Welke tekstdoelen kun je noemen?

Begrippen

Hoe herken je een inleiding?

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!

Maken: 2.3 - opdr. 4 t/m 15

Welkom!

1

WELKOM!

2

Werkboek

  Laptop

Leg op tafel:

Log in:

• Wiskunde is leuk. Daarentegen vind ik techniek leuker.
• Techniek vind ik leuker. Ten eerste omdat je veel met je handen bezig bent en je gebruikt gereedschap.
• Voor techniek heb je meer kennis nodig, maar voor wiskunde niet zo veel.
• Als je een tafel wilt maken, heb je veel nodig, zoals een hamer, spijkers, passer, liniaal en meer.

Signaalwoorden

De weerman voorspelde mooi weer, maar het regende pijpenstelen.

Samen leertekst lezen

Schrijf de zin opnieuw, maar kies een ander signaalwoord.

De weerman voorspelde mooi weer, maar het regende pijpenstelen.

Verwijswoorden

Verwijswoorden

De leerlingen zitten in het lokaal. Daar is het koud. Gelukkig zijn er dekens. Ze zijn lekker warm. Nu kunnen ze tenminste hun pen vasthouden.

Wie

Wat

waar

Samen leertekst lezen

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H2.3 - opdracht 16 t/m 21

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje.

Leren voor je SO

Moeilijke vragen bespreken

Noem een signaalwoord voor tegenstelling

Wat zijn de 4 functies van een inleiding?

Welke tekstdoelen kun je noemen?

Begrippen

Hoe herken je een inleiding?