Wired les 4 - Excercises

Engels

The best of YouTube

To do:

- woordjes spel
- uitleg
- exercises online maken
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Engels

The best of YouTube

To do:

- woordjes spel
- uitleg
- exercises online maken

Slide 1 - Slide

Incheck
Wie is er wel/ niet?
Hoe zit je er bij vandaag?

Slide 2 - Slide

Doel van de les
- Ik kan in het Engels een video beschrijven

Slide 3 - Slide

Overhoren
-Je vouwt een blad in 8 vakjes.
-Je kiest 8 'lastige' Engels woorden uit en schrijft deze op de voorkant.
-Op de achterkant schrijf je de Nederlandse vertaling.
-Knip de kaartjes los

- Overhoor je buurman/buurvrouw
- We draaien door!

Slide 4 - Slide

Beschrijf een video

Een goede beschrijving kiezen:

- This video is about.....
- This video is called.....
- The title of the video is.....

Slide 5 - Slide

Oefenen

- This video is about.....
- This video is called.....
- The title of the video is.....

Gebruik:
panda - sneezing

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Beschrijf de video:
gebruik panda en sneezing

Slide 8 - Open question

Wat gebeurd er in de video?
De -ingvorm gebruiken 
Weet jij nog hoe je in het Engels praat over iets dat op dit moment gebeurt? Dat doe je met de -ingvorm.

Work ->
Jump ->
Run ->

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Beschrijf de video in het Engels
Gebruik het werkwoord met -ing

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Beschrijf de video in het Engels
Gebruik: man- rollercoaster- ride

Slide 13 - Open question

Waarom vind je het leuk?
Hoe zeg je wat je van een video vindt en leg je uit waarom? 

- I like this video, because.........
(Ik vind deze video leuk, omdat.....)

- I like this video, because it's funny/scary/interesting/cute/hilarious

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Waarom vind je deze video leuk?
Beschrijf in het Engels

Slide 16 - Open question

Zeggen dat het van iemand is
It is my - your - his - her - our - their.

My - mijn
your - jou
his - zijn
her - haar
our - onze
their - hun

Slide 17 - Slide

In this video you see a man and .....dog.

Slide 18 - Open question

The two boys are skating on.......skateboards.

Slide 19 - Open question

You can't use......phono when you are driving.

Slide 20 - Open question

Exercises
- Log in bij Wired
Maak: Exercises 1-2-3-4-5

Klaar?
Maak het onderdeel Word ook af!



Slide 21 - Slide