GS GM4 Soc.0-1 Industriële Revolutie en de aanpak van de Sociale Kwestie
Geschiedenis - Gemengd/Mavo 4
Industriële Revolutie en de aanpak van de Sociale Kwestie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Geschiedenis - Gemengd/Mavo 4
Industriële Revolutie en de aanpak van de Sociale Kwestie
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke gevolgen die industrialisatie had voor Nederland en diens burgers.
Je weet de oorzaken van de opkomst van het socialisme en diens idealen.
Je weet hoe arme arbeiders hulp kregen in de 19e eeuw en begin 20e eeuw.
Je weet hoe politieke stromingen dachten over de sociale kwestie.
Slide 2 - Slide
Grote veranderingen
Slide 3 - Slide
Grote veranderingen
Slide 4 - Slide
Tijd van de Industriële Revolutie
Nu
Allebei
Liefdadigheid
Armoede
Werkloosheids-uitkering
Veel fysieke arbeid
Veel nieuwe uitvindingen
Stoomkracht
Verzekeringen
Stemrecht
Slide 5 - Drag question
Stoomkracht > Industrialisatie
Geen handmatige productie, maar met machines: mechanisering. Gevolg: fabrieksarbeiders
Slide 6 - Slide
Industrieel kapitalisme
Slide 7 - Slide
Slechte arbeidsomstandigheden
Gevolg van kapitalisme: arbeiders uitgebuit
Lange werktijden en weinig pauze
Onveilige machines, veel ongelukken
Zwaar werk en vuile ruimtes, veel ziektes
Weinig tot geen vrije dagen
Lage lonen
Slide 8 - Slide
Geen riolering, water, bestrating, vuilnisdienst, verlichting. Erg kleine huizen (één familie per kamer), dicht op elkaar, niet geïsoleerd, geen hygiëne, veel ziektes, vlakbij ongezonde fabrieken.
Verstedelijking, mensen verhuizen van platteland naar de stad.
Urbanisatie
Woonomstandigheden
Slide 9 - Slide
Arbeidsomstandigheden verbeteren (soms door staken).
Vakbonden
Liefdadigheid
Omstandigheden arbeiders verbeteren.
Hulp van kerken of rijken.
Armenwet (1854): liefdadigheidsinstellingen moesten voor armen zorgen.
Te veel armoede: hulp voor iedereen bleek onmogelijk.
Slide 10 - Slide
Wie moet zorgen/betalen voor betere arbeids- en woonomstandigheden?
Sociale Kwestie
Sociale Wetten
Armenwet (1854)
Kinderwetje van Van Houten (1874)
Leerplichtwet (1901)
Woningwet (1901)
Ongevallenwet (1901)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Confessionelen
Conservatief-liberalen:
Nachtwakersstaat- overheid moet zorgen voor orde en veiligheid, verder geen bemoeienis.
Jong-liberalen:
Wetten om arbeiders te beschermen tegen uitbuiting door fabrikanten.
Liberalen
Geloof als uitgangspunt. Ongelijkheid tussen mensen is wens van God.
Christenen moesten elkaar helpen (naastenliefde).
Werkgevers en werknemers moesten het samen oplossen.
Socialisten
Sociaal-democraten:
Verzorgingsstaat - Overheid moet zorgen voor de burgers, dus moet sociale wetten maken.
Algemeen Kiesrecht!
Communisten:
Als de kloof tussen arm en rijk groot genoeg is komt er een revolutie en grijpt het volk de macht.
Slide 13 - Slide
Een land waarin de overheid zorgt draagt voor de gezondheid en het welzijn van de burgers.