Les 2: El artículo(Het lidwoord)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Doornemen: Het lidwoord
C. Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13

Después de la clase...
  • Kun je de lidwoorden het Spaans herkennen en toepassen.



 

Los deberes para la próxima clase:
- Leren: 1.1 bron a & b pagina 27
- Lezen: 1.2 bron c pagina 27
- Maken: Opdracht 9 c


Lesprogramma

Slide 3 - Slide

Hola
Buenos días
Buenas tardes
Puedo ir al baño?
Adíos
Hasta manãna
Puedo tomar agua?

Slide 4 - Slide

Hola
Buenos días
Buenas tardes

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De lidwoorden

Slide 7 - Slide

Zelfstandig naamwoorden 
In het Spaans zijn zelfstandig naamwoorden:  mannelijk of vrouwelijk.
Ejemplo (voorbeeld):


el chico
de jongen
la chica
het meisje

Slide 8 - Slide

Lidwoorden (m/v) 
De/het    (bepaalde)


El -> mannelijk (ev) / Los (mannelijk (mv)
La - vrouwelijk (ev) / Las (vrouwelijk (mv)

Slide 9 - Slide

Lidwoorden (m/v) 
Een    (onbepaalde)


Un -> mannelijk (ev) / Unos (mannelijk (mv)
Una - vrouwelijk (ev) / Unas (vrouwelijk (mv)

Slide 10 - Slide

¡A practicar!



Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13

Slide 11 - Slide

1. ______zapatos.
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 12 - Quiz

2. ______perro.
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 13 - Quiz

3. ______perro.
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 14 - Quiz

4. ______fresas.
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 15 - Quiz

5. ______libro.
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 16 - Quiz

6. ______regalos.
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 17 - Quiz

¿Cuándo se usa?
1. Wanneer gebruik je el, los, un of unos?

Je gebruikt el, los, un of unos als een woord of woorden mannelijk zijn.

2. Wanneer gebruik je la, las una of unas?
Je gebruikt la, las, una of unas als woord of woorden vrouwelijk zijn.


Slide 18 - Slide

Wanneer gebruik je el, los, un of unos?

Slide 19 - Open question

Wanneer gebruik je la, las una of unas?

Slide 20 - Open question

Vrouwelijk of Mannelijk
Mannelijk
Voorbeeld
el/los
un/unos
el libro
un libro
Vrouwelijk
Voorbeeld
la/las
una/unas
la mesa
una mesa
Mannelijk
Voorbeeld
-o
el libro
-ma
el problema
-l
el mal
-n
el tren 
-r
el bar
-s
el autob;ús
Vrouwelijk
Voorbeeld
-a
la casa
-dad
la realidad
-tad
la libertad
-tud
la solicitud
-ión
la televisión
-umbre
la costumbre

Slide 21 - Slide

¡A practicar!



Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13

Slide 22 - Slide

El
La 
   tortilla
  señor
  formulario
  prioridad
  vaca
  actriz
   bicicleta
  colegio
  toro 
  vestido 
  presentación

Slide 23 - Drag question


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 24 - Open question

Huiswerk
Los deberes:

Leren: 1.1 bron a & b pagina 27
Lezen: 1.2 bron c pagina 27
Maken: Opdracht 9 c



Slide 25 - Slide


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

¡Hasta la próxima clase! 

Slide 27 - Slide