§ 5.2 De overheid en de economie

§ 5.2 De overheid en de economie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§ 5.2 De overheid en de economie

Slide 1 - Slide

Herhaling paragraaf 5.1
Overheid, burgers, bedrijven

Slide 2 - Slide

Waaruit bestaat de collectieve sector?
A
Overheid
B
Instellingen sociale zekerheid
C
Overheid, bedrijven
D
Overheid en instellingen sociale zekerheid

Slide 3 - Quiz

Noem een reden voor de overheid om een bedrijf of instelling te privatiseren.

Slide 4 - Mind map

Heeft de overheid hier invloed door subsidie te geven of door accijns te heffen?
Subsidie
Accijns
De overheid wil meer zonnepanelen op daken van woningen. 
Het gebruik van alcohol moet omlaag.
Jongeren moeten meer in hun eigen buurt kunnen sporten.
We moeten streven naar een generatie die niet meer rookt.

Slide 5 - Drag question

§ 5.2De overheid en de economie

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • het verschil tussen een planeconomie en een vrijemarkteconomie
  • wat een sociale markteconomie is
  • door welke instellingen de overheid geadviseerd wordt
  • welk gevolg economische groei voor burgers en de overheid heeft
  • hoe de overheid tijdens een recessie de economie kan stimuleren


Slide 7 - Slide

Wat voor economie?
Plan economie
De overheid bepaalt de productie:
  • wat
  • hoeveel
  • door wie
  • tegen welke prijs


Geen marktwerking.





Slide 8 - Slide

Wat voor economie?

Slide 9 - Slide

Leg uit waarom een echte vrijemarkteconomie nergens voorkomt.

Slide 10 - Mind map

Wie geeft raad?
De overheid kan voor economisch advies terecht bij:

CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)
Verzamelt informatie over economische veranderingen of de bevolkingssamenstelling.

CPB (Centraal Planbureau)
Onderzoekt de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid.







Slide 11 - Slide

De economie groeit
Het bbp (bruto binnenlands product)
de totale waarde van de productie in een land.

Als de productie stijgt, neemt het bbp toe.
Je spreekt dan van economische groei.

Als de winsten van bedrijven en de inkomens van
werknemers toenemen, stijgt het nationaal inkomen.













Slide 12 - Slide

De economie groeit
Economische groei bezorgt de overheid:
  • meer inkomsten (btw, inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting)
  • minder uitgaven (minder uitkeringen door lagere werklooheid)








Slide 13 - Slide

De economie krimpt
Bij een recessie
  • is de economische groei twee kwartalen achter elkaar lager dan in de voorgaande periode
  • lager dan gemiddeld

Er is een economische crisis
  • als een recessie langere tijd duurt
  • als het bbp krimpt









Slide 14 - Slide

De economie krimpt
De overheid kan de economie stimuleren door:
  • te investeren in de infrastructuur
  • de inkomstenbelasting te verlagen
  • vernieuwende bedrijven subsidie te geven
  • te investeren in verbetering van het onderwijs










Slide 15 - Slide

Aan het werk
Maak paragraaf 5.2 opdr 2 t/m 9

Slide 16 - Slide