This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 3.2
Wat levert sparen op?
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
- Je weet wat sparen is - Je weet wat voor belang de bank heeft als jij spaart
- Je weet wat de redenen zijn om te sparen
Slide 2 - Slide
Sparen
Sparen betekent niks anders dan geld later uitgeven.
Je kan sparen door: - Geld thuis te bewaren - Geld in jouw portemonnee te laten - Geld op een spaarrekening te zetten
Slide 3 - Slide
Hoe verdienen banken geld?
Rente!
Maar hoe?
Slide 4 - Slide
Hoe verdienen banken geld?
Lager
Hoger
Slide 5 - Slide
Waarom zou je sparen?
Slide 6 - Open question
Spaarmotieven
- Voor een doel
- Uit voorzorg
- Voor de rente (spaarrekening)
Slide 7 - Slide
In november 2020 komt de nieuwe Playstation 5 uit. Mitchel wil deze graag kopen, maar heeft geen genoeg geld en besluit om te sparen. Van welke vorm van sparen is hier sprake?
A
Sparen voor de rente
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor een doel
Slide 8 - Quiz
Bart besluit om een nieuwe TV te kopen. Hij verwacht dat deze TV ooit een stuk gaat. Hij begint dus met sparen om die klap te kunnen opvangen. Van welk spaarmotief is hier sprake?
A
Sparen uit voorzorg
B
Sparen voor een doel
C
Sparen voor de rente
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Enkelvoudige rente
Slide 12 - Slide
Samengestelde rente
Slide 13 - Slide
Samen maken opdrachten
24 + 26 --> je hebt 15 minuten de tijd voor het bekijken/maken van opdrachten 24 en 26