week 1 les 1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Maak de gebiedende wijs:
hij houdt de dief tegen
............de dief...........!

Maak de gebiedende wijs:
hij aanvaardt de straf
......................de straf!

Maak de gebiedende wijs:
hij vergoedt de schade
......................de schade!

Maak de gebiedende wijs:
hij redt de zeehond
......................de zeehond!

Wat is het leenwoord in de zin?

Wat is het leenwoord in de zin?

Wat is het leenwoord in de zin?

wassen
Hij........het hondje.

schrobben
t.t. De meid.........het stoepje.

hebben
v.t...............u ook zo'n slaap.

sturen
v.t. De visser..........het bootje veilig de haven in.

sturen
De burgemeester heeft jou een reactie.......

rijden
Mijn vader heeft 130 km/uur ........

Slachten
De ............koe.

Doen
............zaken nemen geen keer.