Livius (historiografie)

HISTORIOGRAFIE
1 / 24
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

HISTORIOGRAFIE

Slide 1 - Slide

Na deze Lessonup:
Weet je wie Livius was
Wat zijn beroep was
Wat hij belangrijk vond
Hoe hij schreef

Slide 2 - Slide

Wie was Livius (1)
Titus Livius uit Padua
59 vC - 17 nC
in Rome tijdens keizer Augustus i
schreef geschiedenisboek 
Ab urbe condita (AUC)
Vanaf de stichting van de stad
142 boekrollen (slechts deels overgeleverd)

Slide 3 - Slide

Wie was Livius (2)
goede vrienden met Augustus
gedeelde normen en waarden:
beschreef in AUC wat Augustus ook belangrijk vond: 
mos maiorum


Slide 4 - Slide

Mos maiorum
  • De gewoonten van de voorouders
  • verheerlijkten de helden van vroeger: exempla
  • belangrijke deugden voor Romeinen:
  • fides (trouw, betrouwbaarheid)
  • pietas (respect voor goden, familie, vaderland)
  • maiestas (goede reputatie van de staat)
  • virtus (moed, deugd)
  • gravitas (zelfbeheersing)

Slide 5 - Slide

Wat is historiografie?
Geschiedschrijving of historiografie is de geschreven interpretatie van het verleden. Een heel groot gedeelte van het verleden is volledig onbekend doordat het letterlijk en figuurlijk spoorloos verdwenen is. Geschiedschrijving is altijd een interpretatie. De historicus maakt een keuze uit het tot zijn beschikking staande materiaal, ook en vooral om niet de zogeheten omgevallen kaartenbak te publiceren, een oeverloos geheel zonder enige structurering.

Een zekere mate van subjectiviteit is onvermijdelijk, omdat de geschiedschrijver de materie vanuit zijn eigen wereld, vanuit zijn eigen opvattingen en zijn eigen maatschappelijke situatie benadert (standplaatsgebondenheid).

Naar: Wikipedia

Slide 6 - Slide

Postmodernisme & historiografie
Geschiedschrijving brengt structuur aan in de werkelijkheid, maar: het is de mens die oorzaak-gevolg toedicht aan gebeurtenissen! Geschiedschrijving is altijd een interpretatie van het verleden.

Slide 7 - Slide

Aanpak Livius
Begint bij stichting van de stad
Vertelt verhalen per jaar
Noemt zijn werk zelf: annales

Slide 8 - Slide

In welke periode leeft Livius?
A
Koningstijd
B
Overgang koningstijd-Republiek
C
Overgang Republiek-Keizertijd
D
Keizertijd

Slide 9 - Quiz

Hoe denken de Romeinen over geschiedschrijving?
A
Objectief & gebaseerd op bronnen
B
Subjectief & gebaseerd op meningen
C
Verhalen die dienen als les voor de toekomst
D
Middel in de propaganda van het Rijk

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt het geschiedwerk van Livius in het Latijn genoemd?

Slide 11 - Open question

Uit hoeveel boekrollen bestond Livius' geschiedwerk Ab Urbe Condita?
A
124
B
142
C
214
D
241

Slide 12 - Quiz

Livius noemde zijn boek
A
annales
B
lactea ubertas
C
enargeia
D
ab urbe condita

Slide 13 - Quiz

Van welk Latijns woord komt 'annales'?
A
analyse
B
annus
C
anniversary
D
annus horibilis

Slide 14 - Quiz

Livius vertelt je in zijn geschiedenisboeken hoe je moet leven
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Geef een korte omschrijving van ''exempla''

Slide 16 - Open question

Sleep de termen naar de definities!
zelfbe
heersing
respect
moreel voorbeeld
gewoonten van voorouders
trouw
moed, deugd
aanzien van staat
mos maiorum
exemplum
fides
pietas
maiestas
virtus
gravitas

Slide 17 - Drag question

De schrijfstijl van Livius

Lactea ubertas: romige overvloed
Lange, gedetailleerde, soepele zinnen: periode
enargeia: levendig, veel details, directe rede
dialogen
opbouw in spanning

Slide 18 - Slide

Stijlmiddelen-alert:
> Alliteratie  
> Anafoor 
> Antithese 
> Asyndeton           
> Chiasme 
> Litotes
> Paradox
> Parallellisme
(en anderen)

Slide 19 - Slide

Verteltechnieken:
> Prospectie / retrospectie
> Verteltempo (verteltijd, vertelde tijd, versnelling, vertraging)
> Vertellerscommentaar 

Slide 20 - Slide

Met welke woorden is Livius' rijke schrijfstijl ook wel omschreven?
A
aere perennius
B
caveat emptor
C
destitutus ventis
D
lactea ubertas

Slide 21 - Quiz

enargeia houdt in
A
veel directe rede
B
veel details
C
weinig directe rede
D
weinig details

Slide 22 - Quiz

'Periode' is de verteltechnische term voor:
A
de tijd die in een verhaal verstrijkt
B
de tijd die nodig is om een verhaal te vertellen
C
een lange zin met veel bijzinnen en participia
D
een afgerond onderwerp in het werk van Livius

Slide 23 - Quiz

Finis!

Slide 24 - Slide