manier 2:
1. Zoek de persoonsvorm.
2. Verdeel de zin in zinsdelen.
3.Verander de persoonsvorm van getal: enkelvoud
wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud.
4. Het zinsdeel dat mee verandert, is het onderwerp.
Let op: een ow begint nooit met een voorzetsel (aan, in, achter, op, onder enz.)