1ha chap3 het bezittelijk vnw. G

Aujourd'hui
Lesdoel: Je kan de bezittelijke woorden gebruiken.
  • Overhoring
  • Parler français

  • Grammaire: het bezittelijk voornaamwoord
  • Au travail (30bcd, 31abd)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
Lesdoel: Je kan de bezittelijke woorden gebruiken.
  • Overhoring
  • Parler français

  • Grammaire: het bezittelijk voornaamwoord
  • Au travail (30bcd, 31abd)

Slide 1 - Slide

Focus leren
5 min in stilte een woordenlijst leren.

Kies een lijst uit chapitre 1 of 3

Overschrijven.
timer
2:00
Page 130

Slide 2 - Slide

Overhoring
Chapitre 3 vocabulaire F

Slide 3 - Slide

Parler français
Je ne sais pas                 
[zju nuh sè pa]
  • Oui, j'ai un chien. [wie zjee un sjèhn]
  • Non, j'ai un chat.
  • Non, je n'ai pas d'animal

Tu as un chien ?
Quel est ton numéro de téléphone ?
  • C'est le .... [seh luh]

Tu as un frère ?
Il a quel âge ?
Il s'appelle comment ?
  • Oui, j'ai un frère.
  • Il a vingt ans.
  • Il s'appelle Vincent.

Slide 4 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
Page 126

Slide 5 - Slide

Au travail
Exercices 30bcd, 31abd
30d = vertaal het woord naar Nederlands (incl bezittelijk vnw)
31a = kies de juiste vorm
31b = vertaal en let op de juiste vorm

Klaar?
Leren chapitre 3 voor de toets.

Page 126-128

Slide 6 - Slide

Exercice 30d

Slide 7 - Slide

Exercice 31b

Slide 8 - Slide

Je beste vriend was ziek vandaag.

Vat de les samen:

Slide 9 - Open question

Les devoirs
Maandag overhoring chapitre 3 vocabulaire F
Page 130

Slide 10 - Slide