THEMA 2 / VCA (startklas) les 9 'arbeidsmiddelen'

VCA les 9 'Arbeidsmiddelen'
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VCA les 9 'Arbeidsmiddelen'

Slide 1 - Slide

Wat voor soort bord is dit?
A
Waarschuwingsbord
B
Signaleringsbord
C
Verbodsbord
D
Gebodsbord

Slide 2 - Quiz

Wat voor soort bord is dit?
A
Gebodsbord
B
Verbodsbord
C
Brandbestrijding
D
Waarschuwingsbord

Slide 3 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Bij elkaar blijven
B
Verzamelplaats
C
Zoek elkaar op
D
Mensen tellen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Open vuur verboden
B
Verboden te roken

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Maximaal 5km/u
B
Minimaal 5km/u

Slide 6 - Quiz

Wat betekent calamiteit?
A
Groot ongeluk
B
Belangrijke gebeurtenis
C
Hoeveelheid
D
Een ruimte

Slide 7 - Quiz

Deze week kijken we naar arbeidsmiddelen. Wat denk je dat daarmee bedoeld wordt?

Slide 8 - Mind map

Arbeidsmiddelen zijn alle hulpmiddelen die bij het werken gebruikt worden. Dit kan eenvoudig gereedschap zijn, zoals een schroevendraaier of een boor. Het kunnen ook grote machines zijn waar je mee werkt.
Arbeidsmiddelen

Slide 9 - Slide

Is een heftruck ook een arbeidsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Verschillende soorten arbeidsmiddelen:
  • gereedschapmachines
  • aangedreven handgereedschap
  • handgereedschap
  • hijswerktuigen
  • vorkheftrucks
  • palletwagens

Slide 11 - Slide

Dit zijn allemaal arbeidsmiddelen!

Slide 12 - Slide

Gereedschapmachines:
  • Kolomboren, slijpmachines, vast opgestelde cirkelzagen;
  • Veiligheid voorop, gebruik PBM's!
  • Ermee werken is niet zonder gevaar!

Slide 13 - Slide

Welk PBM moet je altijd dragen bij het werken aan een gereedschapmachine?
A
Gehoorbescherming
B
Veiligheidsbril
C
Veiligheidshelm
D
Veiligheidschoenen

Slide 14 - Quiz

Aangedreven handgereedschap:
  • Bv. elektrisch handgereedschap;
  • Handboormachines, handzagen, handslijpmachines, handcirkelzagen, nietmachines en kettingzagen.
  • Dit gereedschap wordt aangedreven! (verschil met handgereedschap). 

Wat betekent 'aangedreven' ?


Slide 15 - Slide

Hoe kunnen gereedschap machines worden aangedreven?
A
Elektrisch
B
Pneumatisch
C
Hydraulisch
D
Door middel van een benzinemotor.

Slide 16 - Quiz

Pneumatiek

Slide 17 - Slide

Verschil pneumatiek en hydrauliek:

Hydrauliek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van vloeistof, de hydraulische vloeistof, onder (hoge) druk.

Pneumatiek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van lucht (onder hoge druk).

Slide 18 - Slide

Handgereedschap:

Slide 19 - Slide

Pneumatiek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van olie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Hijswerktuigen:
  • Dit zijn hijskranen;
  • Er zijn verschillende soorten hijskranen;
  • Mobiele kranen, bovenloopkranen, autolaadkranen en bouwkranen.
  • Heistellingen vallen hier ook onder!
  • Belangrijk: jaarlijks keuren!
  • Belangrijk: kraanboek moet altijd aanwezig zijn bij kraan (hierin staat de keuring en de onderhoudsgeschiedenis).

Slide 21 - Slide

Soorten hijskranen:

Slide 22 - Slide

Vorkheftrucks en palletwagens:
Deskundigheid vereist!

Slide 23 - Slide