week 4 Oudheid K.A. 5 en 6

week 4 KA 5
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur:

  • Grieken beginnen, Romeinen kopiëren
  • Romeinen verspreiden het over Europa, Midden-Oosten en Noord-Afrika


1 / 48
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecondary Education

This lesson contains 48 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

week 4 KA 5
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur:

  • Grieken beginnen, Romeinen kopiëren
  • Romeinen verspreiden het over Europa, Midden-Oosten en Noord-Afrika


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • terugblikken vorige week over de wetenschap
  • bespreken K.A. 5 over de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
  • opdracht 

Slide 2 - Slide

Doel
  • inzicht krijgen in de Griekse cultuur
  • snappen hoe de Romeinen dit hebben overgenomen en verspreid
  • inleven in de klassieke Oudheid 

Slide 3 - Slide

wetenschap in Athene
  • overgang van mythisch denken naar logisch denken
  • goden staan niet meer centraal
  • observeren en redeneren 

Slide 4 - Slide

filosofen
  • liefde voor de  wijsheid, op zoek naar kennis
  • rationeel denken, verstand gebruiken
  • waarnemen belangrijk

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

sofist vs filosoof
  • sofisten = oude wijze mannen
  • gaven les in de retorica 
  • filosofen = oude wijze mannen met kennis
  • lieten hun leerlingen nadenken

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Griekse vormentaal
Bestaat uit:
  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • godsdienst

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Dorische Stijl
  • stoer
  • mannelijk
  • meegebracht door Dorische stammen vanuit het noorden

Slide 12 - Slide

Ionische stijl
  • iets meer versiering
  • onzijdig
  • veel gebruikt in Ionië (streek in West-Turkije) 

Slide 13 - Slide

Korinthische stijl
  • veel versiering
  • vrouwelijk
  • uit de omgeving van Korinthe (stad  op de Peloponnesos)

Slide 14 - Slide

Beeldhouwkunst
klassiek schoonheidsideaal:
  • jong en perfect
  • naakt
  • gespierd en anatomisch correct
  • man
  • in beweging


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Religie
  • polytheïstisch
  •  antropomorfisme => menselijke eigenschappen
  • Olympische goden

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Romeinse vormentaal
  • architectuur: beton, bogen en koepels
  •  hebben bewondering voor de Griekse oudheid en passen dit aan
  • leraren van Romeinse kinderen vaak Griekse slaven
  • verspreiden daarmee Griekse cultuur
  • Romeinse Rijk meer eenheid

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Beeldhouwkunst
  • realistischer
  • minder naakt
  • meer vrouwen 

Slide 21 - Slide

Trajanus

Slide 22 - Slide

Religie
  • Griekse Goden krijgen Latijnse namen 
  • later keizer ook goddelijk
  • nog later verspreiding van het christendom

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

 Opdracht: Griekse stadstaat
Ontwerp in je groepje je eigen Griekse polis:
1. Politiek: bedenk welk politiek systeem jullie willen en leg kort uit waarom dit systeem. Ga daarbij in op wie de macht heeft en hoe deze wordt verdeeld.
2. Architectuur: ontwerp de stad met de belangrijkste gebouwen en bestuurscentra. Laat zien welke stijl.
3. Beeldhouwkunst: teken een belangrijk standbeeld en leg uit waar deze geplaatst wordt

Slide 25 - Slide

Wat gaan we doen?
  • korte presentaties
  • verder met K.A. 6 

Slide 26 - Slide

K.A. 6 groei Romeinse Rijk


Cultuur in het Romeinse rijk


Slide 27 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het Romeinse rijk zich ontwikkelde en hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid.
KA
 - de groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
- de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 28 - Slide

0

Slide 29 - Video

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest

  • Romulus en Remus

Slide 32 - Slide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)


  • De laatste koning wordt verdreven
  • Bestuurders en legeraanvoerders worden voor korte tijd benoemd en moeten verantwoording afleggen aan de senaat

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide


Het Romeinse Rijk groeit!



  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.
  • Door veroveringen worden legeraanvoerders steeds machtiger

Slide 35 - Slide


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen

Slide 36 - Slide

0

Slide 37 - Video


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 38 - Slide


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De achterneef  van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra

Slide 39 - Slide


Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 40 - Slide


Pax Romana
27 v. Chr.



  • Met Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)

Slide 41 - Slide


Het Romeinse Keizerrijk

(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 42 - Slide

De Romeinse toevoeging aan de Grieks-Romeinse  
vormentaal zijn de boog en de koepel

Slide 43 - Slide


Romanisering


Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) 

Reconstructie van een Villa Rustica

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden (tolerantie). 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

Slide 46 - Slide

Romanisering

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video