Week 20 Nederlands 2M meervouden

Nederlands 2M week 20
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 2M week 20

Slide 1 - Slide

Wat moet je leren/weten voor het so?



Hoofdstuk 5 bladzijde 132 theorie (groene stukje) en opdracht 1 t/m 7 p. 132 + 133


Hoofdstuk 5 bladzijde 134 theorie (groene stukje) en opdracht 1 t/m 6 p. 134 + 135
Hoofdstuk 6 bladzijde 158 theorie (groene stukje) en opdracht 1 t/m 4 p. 158 + 159
Hoofdstuk 6 bladzijde 162 theorie (groene stukje) en opdracht 1 t/m 5 p. 162 + 163



Slide 2 - Slide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 3 - Slide

Afspraken in de les



  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Nieuw Nederlands, een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. 
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons => in je tas!
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 4 - Slide

Vandaag
Maak opdracht 1 t/m 5 p. 162 + 163

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Week 20  - 16 mei t/m 
23 mei 2022

  • bziwb - code LessonUp
  • Borealis  van Marlies Morshuis. Elke leerlingen leest hetzelfde boek.
  • Vervolg taalverzorging: meervoud
  • Donderdag 19 mei so => zie dia 5 voor de lesstof

Slide 7 - Slide

PTD rapportperiode 3 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toetsvorm
Leerstof/ doel 
Tijd
Weging
Datum

301
SO
Spelling H. 4, 5 en 6
45 min
1
302
SO
Grammatica zinsdelen en woordsoorten H. 5 en H. 6
45 min
1
303
PW
Lezen H. 5 en 
H. 6 en ws H. 5 en H. 6
45 min
3
304
SO
Fictie (recensie schrijven boek 3) en schrijven  + presentatie film 
45 min
1

Slide 8 - Slide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 9 - Slide

Herhaling vorige les
Vaste voorzetsels bij werkwoorden

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Deze week leer/kun je:

  • meervoudsvormen toepassen

Slide 11 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt  uitleg.

Slide 12 - Slide

Meervouden (bladzijde 162)
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
lamp → lampen; weg → wegen; mes → messen; kloof → kloven.

Je plaatst -en achter het woord.

Slide 13 - Slide

Meervouden (bladzijde 162)
Zo maak je een meervoud op -s

Vaak hoef je alleen maar -s achter het woord te zetten:
tafel → tafels, café → cafés, cadeau → cadeaus, infectie → infecties.
Soms moet je een apostrof (’) voor de -s schrijven. Dat doe je bij woorden op -a, -o, -u, -i of -y: pizza → pizza’s, polo → polo’s, accu → accu’s, mini → mini’s, hobby → hobby’s.

Slide 14 - Slide

Meervouden (bladzijde 162)
Zo schrijf je het meervoud van woorden die eindigen op -ee en -ie

Als het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën:
zee → zeeën; slee → sleeën; orchidee → orchideeën.
Als het enkelvoud eindigt op -ie, maak je het meervoud met -ën of met - n : knie → knieën; bacterie → bacteriën.
Als de klemtoon op de -ie valt, komt er -ën bij: amfibie → amfibieën.


Slide 15 - Slide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald? 
Weet je nu/kun je nu:

  • meervoudsvormen toepassen

Slide 16 - Slide

Nakijken
Klassikaal en zelfstandig.

Slide 17 - Slide

Weektaak afgerond!!!

Slide 18 - Slide