This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Tekstdoelen & tekstsoorten
Slide 1 - Slide
Terugblik tekstdoelen & tekstsoorten
Slide 2 - Slide
Tekstdoel + Tekstsoort
Tekstdoel
Tekstsoort
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Slide 3 - Slide
Tekstdoelen & Tekstsoorten
Tekstdoel
Tekstsoort
informeren
krant, verslag
leren of uitleggen
studieboek, recept
iets laten doen
reclametekst, advertentie
mening geven
recensie
amuseren
verhaal, strip
Slide 4 - Slide
Manieren van lezen
Oriënterend Globaal Intensief Kritisch
Slide 5 - Slide
Drie manieren van lezen
Slide 6 - Slide
Drie manieren van lezen
Verkennend lezen
Je leest een tekst verkennend om te kunnen voorspellen waar hij over gaat: het onderwerp van de tekst. Zo kun je zien of de tekst past bij je leesdoel.
Zoekend lezen
Je leest dan niet de hele tekst, maar je gaat in een tekst het antwoord op een vraag zoeken. Je kijkt de tekst snel door, je let op de tussenkopjes en op anders gedrukte woorden.
Grondig lezen
Je leest de tekst helemaal goed door, omdat je meer wilt weten over het onderwerp. Moeilijke zinnen lees je extra aandachtig. Als je een tekst grondig gelezen hebt, kun je vragen over de tekst beantwoorden.
Slide 7 - Slide
Tekstdoel
Tekstsoort
Tekstvorm
aansporen
amuseren
amuserende tekst
aansporende tekst
informeren
informerende tekst
krantenartikel
advertentie
stripverhaal
Slide 8 - Drag question
1. Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoorten?
informatieve tekst
betogende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
advertentie
nieuwsbericht
liedtekst
recensie
Slide 9 - Drag question
1. Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoorten?
informatieve tekst
Meninggevende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
advertentie
nieuwsbericht
liedtekst
recensie
Slide 10 - Drag question
Leesstrategie
Mening
Zoekend lezen
Feit
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Iets wat werkelijk zo is.
Opinie of opvatting
Manier van lezen met een duidelijk doel.
zoekend
Nauwkeurig
Verkennend
Kun je controleren.
Standpunt of oordeel
Iets wat iemand vindt.
Je leest niet de hele tekst, maar zoekt antwoord op de vraag die je hebt.
Je wilt een eerste indruk krijgen.
Je wilt de tekst begrijpen.
Slide 11 - Drag question
Op welke manier van lezen vind je begrippen?
onderwerp
deelonderwerpen
hoofdgedachte
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen
Slide 12 - Drag question
Sleep de situaties naar de juiste manier van lezen
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Je leest in een handleiding hoe je een kast in elkaar moet zetten
Je leest een tekst uit een leerboek waar je vragen over moet beantwoorden
Je bladert door een tijdschrift en kijkt welk artikel je interessant vindt om te lezen.
Je leest op internet een artikel dat je interesseert.
Slide 13 - Drag question
Op welke manier van lezen vindt je het onderwerp/deelonderwerpen/hoofdgedachte?
onderwerp
deelonderwerpen
hoofdgedachte
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen
Slide 14 - Drag question
Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil je iets leren of uitleggen (instrueren)
B
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
C
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)
Slide 15 - Quiz
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Uitleggen
Slide 16 - Quiz
Tekstdoelen
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 17 - Quiz
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
Slide 18 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren
Slide 19 - Quiz
Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 20 - Quiz
Bij de strip heb je een tekstdoel genoemd. Wat is GEEN kenmerk van dit tekstdoel?