Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Terugblik
Slide 1 - Slide
Geluid onstaat door druk verandering bij de........
A
Geluidsbron
B
Oren
C
Lichtbron
D
Radar
Slide 2 - Quiz
De snelheid van geluid door lucht (20°C ) is
A
343 km/h
B
1000m/s
C
343 m/s
D
100 lichtjaren
Slide 3 - Quiz
Geluid onstaat door ....... in een geluidsbron.
A
trillingen
B
stroom
C
licht
D
snelheid
Slide 4 - Quiz
Je ontvangt geluid in je oor, de trillingen worden opgevangen door
A
je hamer
B
je trommelvlies
C
je neusholte
D
je trilharen
Slide 5 - Quiz
Wat is geen geluidsbron
A
je stemband
B
een speaker
C
een trommel
D
een microfoon
Slide 6 - Quiz
Als er 9 tellen tussen de flits en de donder zit. Dan is het onweer ongeveer ....km van je vandaan
A
12
B
9
C
4
D
3
Slide 7 - Quiz
Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm
Slide 8 - Quiz
Leerdoel
8.2.1 Je kunt de drie factoren noemen die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.
8.2.2 Je kunt uitleggen wat de frequentie is van een trilling.
8.2.3 Je kunt het verband beschrijven tussen de frequentie en de toonhoogte.
8.2.4 Je kunt in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon bepalen.
8.2.5 Je kunt het frequentiebereik van het menselijk gehoor benoemen.
8.2.6 Je kunt de frequentie van een toon berekenen met de trillingstijd. (PLUS)
Slide 9 - Slide
Als je een geluid moet omschrijven, zeg je vaak iets over de toonhoogte. Je zegt bijvoorbeeld dat een apparaat piept als het een hoge toon maakt. Of dat het bromt als het een lage toon maakt. De meeste mensen kunnen een melodie – een serie hogere en lagere tonen na elkaar – zonder moeite nazingen.
Slide 10 - Slide
Snaarinstrumenten
In allerlei muziekinstrumenten worden snaren gebruikt. Een viool heeft bijvoorbeeld vier snaren, een gitaar heeft er zes en een piano heeft er meer dan tweehonderd. Als je zo’n snaar in trilling brengt, geeft hij een toon. Een toon is een geluid met een bepaalde toonhoogte.
De hoogte van die toon hangt af van drie dingen: de dikte, de lengte en de spanning van de snaar.
Slide 11 - Slide
Hoe verander je de toonhoogte?
Hoge toon
Lage toon
Snaarinstrument
Dunne snaar
Korte snaar
Strakke snaar
Dikke snaar
Lange snaar
Losse snaar
Blaasinstrument
Korte luchtkolom
Vingergaten open
Lange luchtkolom
Vingergaten dicht
Slaginstrument
Strakgespannen vel
Korte staaf
Dunne staaf
Losgespannen vel
Lange staaf
Dikke staaf
Slide 12 - Slide
Een snaarinstrument moet worden gestemd. De snaren krijgen dan de juiste spanning, zodat ze precies de goede toon geven. Om die toon te bepalen wordt vaak een stemvork gebruikt.
Slide 13 - Slide
8.2 Toonhoogte en Frequentie
Slide 14 - Slide
Frequentie
Het aantal trillingen per seconde noem je de frequentie van de trilling. Dat komt omdat het woord frequentie betekent hoe vaak iets voorkomt. De frequentie van een geluid meet je in Hertz.
Als de frequentie 128 Hz is, bewegen de benen van de stemvork 128 keer per seconde heen en weer. Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort. Een stemvork van 440 Hz geeft een hogere toon dan een stemvork van 128 Hz.
Slide 15 - Slide
Oscilloscoop
We kunnen geluid zichtbaar maken. Dit doen wij met een oscilloscoop.
EEN WAT!?
OS-CIL-LO-SCOOP
De microfoon ‘vertaalt’ de geluidstrillingen in elektrische trillingen. De oscilloscoop geeft deze trillingen vervolgens op het scherm weer.
Slide 16 - Slide
Het scherm van de oscilloscoop
Hier zie je hoe een oscilloscoop drie verschillende tonen afbeeldt. De oscilloscoop is zo afgesteld, dat je steeds het aantal trillingen in 0,01 s te zien krijgt.
De toon op het middelste scherm heeft de meeste trillingen. Dat betekent dat die toon ook de meeste trillingen per seconde heeft, en dus de hoogste frequentie.
Slide 17 - Slide
Bij lage tonen weinig trillingen
Bij zachte tonen zijn de trillingen "platter"
Bij hoge tonen veel trillingen
Bij harde tonen zijn de trillingen "hoger"
Slide 18 - Slide
Welke tonen kun jij horen?
Ondergrens
De laagste toon die een mens kan horen is 20 Hz
Bovengrens
De hoogste toon die een mens kan horen is 20.000 Hz
Hoe ouder je wordt, hoe lager de bovengrens.
Het frequentie bereik van het gehoor van de mens ligt tussen 20 en 20000 Hz
Slide 19 - Slide
Als je ouder wordt, verandert het frequentiebereik van je gehoor. Vooral hoge tonen kun je dan minder goed horen.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Oscilloscoop
Hiermee kun je de frequentie berekenen. (Hertz = Hz). Dus hoeveel trillingen in een seconde.
Hiermee kun je de trillingstijd berekenen. Hoe lang een trilling duurt. (Seconden = s)
Slide 23 - Slide
Berekening frequentie
1 trilling is een compleet golfje. Van startpunt naar boven, naar beneden en weer terug bij startpunt.
Slide 24 - Slide
Berekening frequentie
De tijd die het geluid erover doet om 1 trilling te laten verstrijken is de trillingstijd.
frequentie=trillingstijd1
Slide 25 - Slide
Berekening frequentie
1 hokje is 0,1 seconde.
Wat is de trillingstijd?
Wat is de frequentie?
Een trilling neemt 10 hokjes in beslag.
1 hokje = 0,1 seconden
10 hokjes is 0,1 x 10 = 1 seconde
1 trilling duurt 1 seconde
De frequentie is 1/trillingstijd.
De frequentie 1 / 1
De frequentie is 1 Hz.
Slide 26 - Slide
Berekening trillinstijd
Trillingstijd is de tijd die nodig is om een trilling te laten verstrijken ( T ).
Een frequentie van 200 Hz betekent 200 trillingen in 1 seconde. Dus de tijd die één trilling duurt is dan
De trillingstijd is dan 0,005 s.
De formule voor trillingstijd is
2001=0,005s
trillingstijd=frequentie1
Trillingstijd
Slide 27 - Slide
Aan het werk! NOVA!
Wat? 8.2 Toonhoogte en frequentie- opdrachten 1 t/m 15.
Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur.
Klaar? Test jezelf.
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!
timer
1:00
Slide 28 - Slide
Nog tijd voor een quizje?
Slide 29 - Slide
Wat betekent het woord 'Frequentie'?
Slide 30 - Open question
Hoe hoger de toon, hoe hoger de ...
A
Geluidssterkte
B
Frequentie
C
Spanning
D
Temperatuur
Slide 31 - Quiz
Wat is de laagste frequentie die de mens kan horen?
A
2 Hz
B
20 Hz
C
200 Hz
D
20000 Hz
Slide 32 - Quiz
Wat is het gehoorbereik van de mens?
Slide 33 - Open question
Vul in: Als je ouder wordt, kun je .... tonen steeds slechter horen.