br1b toets

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wiederholung

Was weißt du noch etwas von der Grammatik?

- zwakke werkwoorden

- zwakke werkwoorden stam op t/d

- voorzetsels 4e naamval 

- 1e en 4e naamval

Herzlich Willkommen br1b

proefwerkstof herhalen

das Programm für Heute

- nakijken oefentoets

- geslacht zelfstandige naamwoorden

- meervoud zelfstandige naamwoorden

Vorwissen aktivieren

 Was wisst ihr schon?

Stappenplan:

1: is het mannelijk – Der (Lehrer, Man, Vater)
2: Is het vrouwelijk – Die (Lehrerin, Frau, Königin)
3: is het in het Nederlands een het-woord – Das (Brötchen-het broodje)
4: eindigt het op een “e” – Die (Terasse, Schule, Klasse)
5: Meervoud – Die (Kinder, Schüler, Häuser)

Klasse

1. der
2. die
3. das

Fenster

7/8

1. der
2. die
3. das

Pilot

5/8

1. der
2. die
3. das

het

8/8

1. der (m)
2. die (v)
3. das (o)

Wat zet je voor Kuh?

1. der
2. die
3. das

Wat zet je voor Schwester?

1. der
2. die
3. das

Het lidwoord van het meervoud is altijd:

DIE

De regels

1 Mannelijk (der)	Umlaut + e	der Ball - die Bälle
2 vrouwelijk (die)	+(e)n	die Straße - die Straßen, die Prüfung - die Prüfungen
3 Onzijdig (das)	+e	das Heft - die Hefte
4 Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -el, -en, -er blijven in het meervoud meestal onveranderd.	-	der Onkel - die Onkel das Mädchen - die Mädchen der Lehrer - die Lehrer
5 Veel woorden die eindigen op -a, -i, -0, -y	+s	das Handy - die Handys die Oma - die Omas

Opdracht 1

Vorm het meervoud.

Maak het meervoud van: das Heft

Maak het meervoud van: der Lehrer

Maak het meervoud van: der Onkel

Mehrzahl von 'Mädchen'

1. Mädchens
2. Mädchen
3. Mädchenen

Mehrzahl von 'Schule'

1. Schulen
2. Schule
3. Schuls