hoe werkt de atlas

Wat zijn de regels van de klas?
1.  Altijd boeken en schrijfspullen mee.
2. Huiswerk de volgende les af, ook als het niet in magister staat!
3. Je bent stil en luistert als de docent of een leerling praat.
4. Steek je vinger op als je iets wil vragen of vertellen.
5. Telefoon in tas. Vraag eerst voor gebruik.
6. Naar de WC? eerst vragen, niet tijdens de uitleg.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat zijn de regels van de klas?
1.  Altijd boeken en schrijfspullen mee.
2. Huiswerk de volgende les af, ook als het niet in magister staat!
3. Je bent stil en luistert als de docent of een leerling praat.
4. Steek je vinger op als je iets wil vragen of vertellen.
5. Telefoon in tas. Vraag eerst voor gebruik.
6. Naar de WC? eerst vragen, niet tijdens de uitleg.

Slide 1 - Slide

Wat doe je bij aardrijkskunde?

Slide 2 - Slide

Wat gebruik je bij aardrijkskunde?
  • boeken
  • schrift
  • atlas
  • pen en (kleur)potloden
  • schaar
  • plakband/lijm
  • geen correctie vloeistof of tapes

Slide 3 - Slide

wat gaan wij vandaag doen?
  • uitleg over de atlas
  • oefenen met de atlas

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Soorten kaarten
Overzichtskaarten
-    Overzichtskaarten zoek je op via het namenregister of de bladwijzers.
-    Overzichtskaarten vertellen hoe het land wordt gebruikt
-    In de algemene legenda aan het begin van de atlas op de kaft, kan je vinden wat de kleuren op de overzichtskaart betekenen.
-    In de overzichtskaarten staat bij sommige bergen, dalen of diepten een getal met een + of een – ervoor (bijvoorbeeld de Himalaya +4800). Dit betekend dat de berg +4800 meter boven zeeniveau is of dat een zeekloof -2000 meter onder zeeniveau ligt
-    Er zijn twee soorten overzichtskaarten:

Slide 7 - Slide

1.    Staatkundige overzichtskaarten: hierbij heeft ieder land (soms elke provincie) een eigen kleur.

Slide 8 - Slide

2.    Natuurkundige overzichtskaarten:
-    De kleuren op deze kaarten geven de landschapshoogte weer. Bovenaan de kaart staat een balkje met kleurtjes en getallen. ‘0’ betekend op zeeniveau (of N.A.P.). Alle kleuren die bij de min (-) staan zijn onder zeeniveau en alle die bij de plus (+) staan, zijn boven zeeniveau.
-    Om je te oriënteren staan landsgrenzen en sommige plaatsnamen aangegeven

Slide 9 - Slide

Topografische kaarten:
-    Op een topografische kaart staan veel details.
-    Topografische kaarten geven vaak een klei gebied weer zoals een stad of provincie.
-    Topografische kaarten hebben een grote schaal.
-    In de atlas staan slechts enkele topografische kaarten. Onthoud vooral de bovenstaande omschrijvingen goed, zodat je het verschil weet tussen een overzichtskaart en een topografische kaart

Slide 10 - Slide

Thematische kaart
-    Thematische kaarten zoek je op via het trefwoordenregister.
-    Thematische kaarten gaan over een bepaald onderwerp (thema). Bijvoorbeeld klimaat of toerisme.
-    De informatie op een thematische kaart kan weergegeven worden met kleurvakken, lijntjes, cirkels of plaatjes.
-    Via de legenda kan je de thematische kaart aflezen.

Slide 11 - Slide

statistieken
-    Achterin de atlas (blz. 252 t/m 259) staat het onderdeel statistieken. Er zijn statistieken van de Nederlandse provincies (geel), Europese landen (blauw) en de landen van de wereld (groen).
-    In de statistieken kan je allerlei informatie vinden zoals oppervlakte, bevolkingsdichtheid, geboortecijfer en sterftecijfer. Het is verstandig om dit deel van de atlas eens te bekijken zodat je weet waar je de informatie kan vinden.

Slide 12 - Slide

Welke kaart moet ik gebruiken?
In je werkboek staat dat je de volgende kaart moet gebruiken:
GB 168/182
Wat is het verschil?
GB 168 staat voor de 53e druk (blauwe kaft)
GB 182 staat voor de 54e druk (groene kaft)
Wij werken met de 54e druk, dus gebruik je de schuingedrukte bladzijde 182

Slide 13 - Slide

Aan het werk
maak opdracht 1 t/m 4 in duo's
gebruik hiervoor de atlas
je mag op het blad schrijven

vragen? steek je vinger op en ik kom helpen.

Slide 14 - Slide

Hoe ging het vandaag?
Wat ging er goed?
Wat kan er beter?

Dank jullie wel en tot de volgende les!

Slide 15 - Slide

inloggen lessonup
download de lessonup app.
log in en voer je gebruikersnaam en wachtwoord in
voer daarna de klascode in:  vmlzf
voer daarna de lescode in (links onder in)

Slide 16 - Slide