Ostern

Feiertage
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ArabischMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Feiertage

Slide 1 - Slide

Lernziele
  • Ich weiß, was mit Ostern und andere     Feiertage gefeiert wird;
  • Ich kenne mindestens zehn neue Wörer.

Slide 2 - Slide

Tijdsbalk feestdagen
  • Dadelijk krijgen jullie een filmpje te zien.
  • Welke feestdagen zien jullie voorbij komen?
  • Maak een tijdsbalk en schrijf de feestdagen erin.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Was ist dein favoriter Feiertag und warum?

Slide 5 - Open question

Woran denkt ihr
bei "Ostern"?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Was habt ihr mit Ostern gemacht?

Slide 8 - Mind map

Hoe zeg je paashaas in het Duits?
A
die Passhaas
B
Das Osterkaninchen
C
das Paskaninchen
D
der Osterhase

Slide 9 - Quiz

Wofür laufen die Menschen beim Ostermarsch?
A
Für den Frieden
B
Für die Kinder
C
Für die Tiere
D
Für den König

Slide 10 - Quiz

Warum machten die Kelten und Germanen Osterfeuer?
A
Weil ihnen kalt war.
B
Damit es hell wurde.
C
Um die Fruchtbarkeitsgöttin Ostara zu ehren.

Slide 11 - Quiz

Was wird 40 Tage nach Ostern gefeiert?
A
Christi Himmelfahrt (Hemelvaart)
B
Pfingsten (Pinksteren)
C
Weihnachten (kerst)

Slide 12 - Quiz

Welches Tier hat nichts mit Ostern zu tun?
A
der Osterhase
B
der Osterhamster
C
das Osterlamm

Slide 13 - Quiz

Was feiern die Christen an Ostern?
A
Jesus Geburt
B
den Frühlingsanfang
C
Die Auferstehung Jesus

Slide 14 - Quiz

Stille donderdag: laatste avondmaal van Jezus
Goede vrijdag (sterfdag Jezus)
Jezus wordt in een grot gelegd. Op deze dag gaan veel kinderen over straat met een soort ratel om geluid te maken.

1e Paasdag: Jezus is opgestaan

2e Paasdag
Gründonnerstag
Karfreitag
Karsamstag
Ostersonntag
Ostermontag

Slide 15 - Drag question

Zum Schluss
Was wisst ihr jetzt von Ostern?
Wünsche euch frohe Ostertage!

Slide 16 - Slide