Eerste deel bespreken 4.1 met een filmpje en vragen
Zelfstandig werken
Afsluiting
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Vandaag
Bespreken proefwerk
Inloggen in LessonUp
Voorkennis activeren
Eerste deel bespreken 4.1 met een filmpje en vragen
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 1 - Slide
Inloggen in LessonUp
Ga naar Leerlingen startpagina
klik op de tegel LessonUp
Ga naar de Les van vandaag 4.1 Waarnemen Vita
Slide 2 - Slide
Waarnemen: les 1
Slide 3 - Slide
Aan het eind van 4.1 kun je:
de 5 belangrijkste zintuigen noemen en vertellen wat je er mee waarneemt
de onderdelen van het zenuwstelsel noemen met hun functies
het verschil noemen tussen een bewuste reactie en een reflex
vertellen wat gewenning en drempelwaarde betekent.
uitleggen wat een sensor doet en een voorbeeld noemen
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Zintuigen
Horen, zien, ruiken, voelen, proeven --> zijn vormen van waarnemen
1
Je neemt waar met zintuigen. Deze reageren op prikkels (licht, geluid, aanraking, kou, warmte, pijn, geur, smaak)
2
Slide 6 - Slide
Waarnemen: hoe doe je dat?
In de zintuigen zitten zintuigcellen,
hier vang je prikkels mee op.
1
Impulsen zijn seintjes die ontstaan in zintuigcellen en doorgestuurd worden via zenuwen naar de hersenen
2
Slide 7 - Slide
Waarnemen: hoe doe je dat?
Je hersenen verwerken de impulsen.
1
Slide 8 - Slide
Zelfstandig werken
Lees van 4.1 blz 4 en 5
Maak opdracht 1 en 2 op de site van Vita
Slide 9 - Slide
Afsluiting
Maak voor de volgende keer opdracht 2.
Slide 10 - Slide
Een zintuig is een orgaan dat reageert op invloeden uit het milieu.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Wat is een prikkel?
A
een invloed uit je omgeving
B
als je duwt met een naald
C
een elektrisch seintje
Slide 12 - Quiz
Wat is een impuls?
A
een invloed uit je omgeving
B
een elektrisch seintje
C
het ritme van de muziek
D
iets dat je voelt
Slide 13 - Quiz
Over de hersenen zeggen twee leerlingen het volgende. Wesley: 'De hersenen zijn gevoelig voor prikkels.' Tim: 'In de hersenen word je je van de waarneming bewust.' Wie heeft gelijk?
A
Wesley
B
Tim
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 14 - Quiz
Waarnemen: les 2
Slide 15 - Slide
Vandaag
huiswerk
Tweede deel 4.1
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 16 - Slide
Waarnemen en techniek
Een Sensor is een apparaat dat eigenschappen van de omgeving kan waarnemen en/of meten en kan reageren op licht, geluid, druk, geur, beweging
Slide 17 - Slide
Reactie op prikkels
Drempelwaarde: minimale sterkte die nodig is om een prikkel waar te nemen.
1
Gewenning: zintuigen nemen een prikkel minder bewust of niet meer waar.
2
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
zenuwstelsel bestaat uit:
Slide 20 - Slide
Zenuwstelsel en bewuste reactie
Slide 21 - Slide
Reflexboog
Slide 22 - Slide
Reflex
Een snelle onbewuste reactie
1
Voorbeeld; Hand onder heet water (prikkel = heet water), deze trek je meteen terug (impuls gaat via ruggenmerg direct naar de spieren). Je voelt de pijn pas later (als de impuls de hersenen heeft bereikt).
2
Slide 23 - Slide
Zelfstandig werken
Lees bs 4.1
Maak opdracht 3 en 4
timer
10:00
Slide 24 - Slide
Afsluiting
de 5 belangrijkste zintuigen noemen en vertellen wat je er mee waarneemt
de onderdelen van het zenuwstelsel noemen met hun functies
het verschil noemen tussen een bewuste reactie en een reflex
vertellen wat gewenning en drempelwaarde betekent.
uitleggen wat een sensor doet en een voorbeeld noemen
Slide 25 - Slide
Kruiswoordpuzzel maken
Je gaat een kruiswoordpuzzel maken over basisstof 4.1
Bedenk een titel. Vul bij subtitel je eigen naam in.
Bedenk 15 vragen (omschrijving) met antwoorden (woorden) en vul deze in.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Is de prikkeldrempel bij gewenning hoger of lager geworden?
A
hoger
B
lager
Slide 28 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Is dit een bewuste reactie of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex
Slide 29 - Quiz
Je komt een stinkende ruimte binnen. Na een tijdje merk je niet dat de lucht vies is. Dit verschijnsel heet ......... Je zintuigen nemen een prikkel alleen waar als deze sterk genoeg is. De minimale sterkte die nodig is, heet de ...........